Quantcast
Channel: Burgerlijk recht
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217

Elektriciteitsfacturen verjaring is terug 5 jaar (wetswijziging)

$
0
0
Plaats van uitspraak: Westerlo
Instantie: Vredegerecht
Datum van de uitspraak: 
woe, 21/02/2018

Art. 48 van de wet van 6 juli 2017 (BS 24 juli 2017) «houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijke (sic) recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie», heeft een tweede alinea toegevoegd aan art. 2277 BW luidende als volgt: «Schuldvorderingen wegens levering van goederen en diensten via distributienetten voor water, gas of elektriciteit of de levering van elektronische communicatiediensten of omroeptransmissie- en omroepdiensten via elektrische communicatienetwerken verjaren na verloop van vijf jaren.» Vanaf 3 augustus 2017 (datum van inwerkingtreding van de wet van 6 juli 2017) bedraagt de verjaringstermijn voor energiefacturen dus uniform vijf jaar.

De (nieuwe) wet van 6 juli 2017 is  niet enkel van toepassing op toestanden die na haar inwerkingtreding ontstaan, maar ook op de toekomstige gevolgen van de onder de vroegere wet ontstane toestanden die zich voordoen of die voortduren onder vigeur van de nieuwe wet, voor zover die toepassing geen afbreuk doet aan reeds onherroepelijk vastgestelde rechten.

Hieruit volgt dat wanneer, zoals in casu, een vordering reeds verjaard is volgens de oude wet, deze ook na de inwerkingtreding van de nieuwe verjaringswet verjaard blijft, ook al zou de vordering met toepassing van de nieuwe wet nog niet verjaard zijn (Cass. 5 juni 2014, RW 2015-16, 430; in dezelfde zin: Cass. 12 november 1996, Arr.Cass. 1996, 1039). Onze vaststelling dat huidige vordering verjaard is (zie supra) blijft dus ook onder gelding van de wet van 6 juli 2017 overeind.

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
Kluwer
Jaargang: 
2017-2018
Pagina: 
1552
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

NV E.G. & P. t/ C.B.

Gezien de vordering van eisende partij, zoals gesteld in voormelde dagvaarding, ertoe strekt verwerende partij te veroordelen tot betaling aan eisende partij van de som van:

Noot: 

Vredegerecht te Westerlo, 21 februari 2018, RW 2017-2018, 1552

samenvatting

De korte verjaringstermijn van art. 2272, tweede lid BW (één jaar) blijft van toepassing op de rechtsvordering van een energieleverancier tegen een particuliere consument tot betaling van periodieke elektriciteitsleveringen, wanneer er  geen geschrift voorhanden is waaruit de erkenning door de schuldenaar (verwerende partij) van het bestaan van de schuld blijkt, zulks dus in afwijking van de vijfjarige verjaringstermijn van art. 2277 BW. 

Art. 48 van de wet van 6 juli 2017 (BS 24 juli 2017) «houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijke (sic) recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie», heeft een tweede alinea toegevoegd aan art. 2277 BW luidende als volgt: «Schuldvorderingen wegens levering van goederen en diensten via distributienetten voor water, gas of elektriciteit of de levering van elektronische communicatiediensten of omroeptransmissie- en omroepdiensten via elektrische communicatienetwerken verjaren na verloop van vijf jaren.» Vanaf 3 augustus 2017 (datum van inwerkingtreding van de wet van 6 juli 2017) bedraagt de verjaringstermijn voor energiefacturen dus uniform vijf jaar.

Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217

Trending Articles