Het subsidiair karakter van de rechtsvordering uit verrijking zonder oorzaak staat evenwel niet eraan in de weg dat de eiser zijn vordering in hoofdorde steunt op een of meer grondslagen en subsidiair op de verrijking zonder oorzaak, voor het geval de rechter oordeelt dat eerst genoemde grondslagen in werkelijkheid niet voor handen zijn.
De verrijking is niet zonder oorzaak wanneer de vermogensverschuiving haar oorsprong vindt in de eigen wil van de verarmde, waartoe vereist is dat de verarmde de wil had een definitieve vermogensverschuiving ten voordele van de verrijkte tot stand te brengen.
Nr. C.16.0382.N
M. S.,
eiseres,
tegen
M. R.,
verweerder,
kiest.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 11 januari 2016.
II. CASSATIEMIDDEL
De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
III. FEITEN
Jonas Lambrechts, Subsidariteit vormt geen beletsel voor de ondergeschikte toepassing van de vordering uit ongerechtvaardige verrijking
• Jonas Lambrechts, Subsidariteit vormt geen beletsel voor de ondergeschikte toepassing van de vordering uit ongerechtvaardigde verrijking T. Fam. 2017/10, 269
• X. Het subsidiaire karakter van de verrijking zonder oorzaak bekeken vanuit procesrechtelijke bril: de contouren verfijnd?, Noot in RW 2015-2016, 940