Het gaat niet op om door middel van een vennootschapsrechtelijke constructie centrale elementen aan de nalatenschap. te onttrekken ten behoeve van één deelgenoot.
De vennootschap zelf staat als zodanig niet gelijk met een begiftigde deelgenoot in de nalatenschap. Enige vordering tot inbreng/inkorting ten laste van de vennootschap kan niet slagen. Enige vordering tot inbreng/inkorting ten laste van de diverse aandeelhouders kan evenmin slagen. Wanneer geen geen (tijdige) vordering met het oog op nietigverklaring dan wel niet-tegenwerpbaarverklaring van (met toepassing van art. 1167 BW) van de transactie voorligt mag de constructie aanzien worden als een vermomde schenking. De notaris-vereffenaar heeft in dit geval het recht de transactie in de nalatenschap vin te brengen.
Cons. V.
...
IV. Beoordeling
A. Ontvankelijkheid
Het principaal hoger beroep, in zoverre het uitgaat van Willy V., is tijdig en regelmatig ingesteld en aldus ontvankelijk (artt. 1051, 1056, 2o en 1057 Ger.W.).