Een leningsovereenkomst is een zakelijke overeenkomst. De totstandkoming ervan veronderstelt de overhandiging van de geleende zaak. Er kan enkel sprake zijn van een leningsovereenkomst tussen de partij die de som overhandigt en deze die ze ontvangt.
Een (geld)leningsovereenkomst is een reële overeenkomst waarbij de ene partij, de uitlener, een bepaalde geldsom daadwerkelijk ter beschikking stelt van de andere partij, de ontlener, op voorwaarde van terugbetaling en in beginsel tegen intrest.
Zij moet strikt onderscheiden worden van de een kredietovereenkomst, een consensuele overeenkomst waarbij de ene partij, de kredietgever, belooft aan de andere partij, de kredietnemer, een bepaalde waarde ter beschikking te stellen onder een welbepaalde vorm
Stellen dat een geldlening een consensuele overeenkomst uitmaakt, houdt in dat het geleende geld in eigendom overgedragen wordt nog voordat het ter beschikking gesteld werd.
Dit is immers het algemene gevolg van het consensualisme dat ook gekend is uit het kooprecht en dit staat ook bevestigd in art. 1893 BW. Dit zou dan inhouden dat de remuneratoire intrest moet beginnen lopen nog voordat de ontlener beschikking gekregen heeft over het geleende geld ...
Wanneer de ontvanger van de gelden niet dezelfde persoon is als de begunstigde van de "onmiddellijke thesauriekredietovereenkomst", is tussen de terbeschikkingsteller en de begunstigde van de financiering een onbenoemde overeenkomst gesloten, alleszins geen "lening".
Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Dendermonde) 20 januari 2017
In zake van: T.V.D.L., A.L., K.C.
AR: 14/773/ A
( ... )
IV.2. Gegrondheid van de vorderingen
IV.2.A. Aard en numerieke omvang van de oorspronkelijke relaties tussen partijen T.V. en A.L.
4.10. T.V. stelt geen vordering in tegen K.C.
Hij stelt dus niet dat hij welke rechtsband ook met K.C. zou hebben.
Dieter J. DE TROIJ, "Kredietopening, lening op interest en wederbeleggingsvergoeding. What's in a name?", NjW20I7, 718-724.