Het misdrijf misbruik van vertrouwen zoals bepaald in artikel 491 Strafwetboek, bestraft in essentie de aanslag op het eigendomsrecht van ter bede overhandigde zaken die limitatief in dat artikel zijn opgesomd en het betreft roerende zaken die het voorwerp van een handel kunnen uitmaken en waarover men als eigenaar kan beschikken; een stoffelijk overschot is geen dergelijke zaak en kan bijgevolg niet het voorwerp van het bedoelde misdrijf uitmaken.
Misbruik van vertrouwen is immers een vermogensmisdrijf. Een vermogensmisdrijf is een misdrijf tegen andermans ‘eigendom’. Een lijk (stoffelijk overschokt) heeft geen vermogenswaarde. Het is een res sacra. Een res sacra heeft geen vermogenswaarde en is buiten de handel. Zaken die buiten de handel zijn kunnen niet het voorwerp uitmaken van (strafrechtelijk) beslag en ook niet van het misdrijf misbruik van vertrouwen.
Een stoffelijk overzschot, als res sacra staat ook buiten het eigendomsrecht. Een lijk is niet de eigendom van erfgenamen en kan ook niet verhandeldworden.
Nr. P.16.1015.N
1. K F,
burgerlijke partij,
2. N A,
burgerlijke partij,
eisers,
tegen
F A A O,
beklaagde,
verweerder,
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent, correctionele kamer, van 20 september 2016.
II. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Eerste middel
Noot onder voormeld X. in arrest Tijdschrift voor Strafrecht 2018/1, pagina 28
• C. Idomon, “De bestanddelen van misbruik van vertrouwen en misbruik van vennootschapsgoederen” (noot onder Cass. 9 februari 2005), RW 2006-07, 598-601; S. Lossy, “Misbruik van vennootschapsgoederen” in Comm.Straf., Mechelen, Kluwer, 2014, p. 21-23, nrs. 24-27.
• A. De Nauw, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2010, p. 359, nr. 450; S. Lossy, “Misbruik van vennootschapsgoederen” in Comm.Strafr., Mechelen, Kluwer, losbladig, 2014, p. 11, nr. 15.