Wat de aansprakelijkheid van de reisorganisator betreft, bepaalt art. 17 van de wet van 16 februari 1994 dat «de reisorganisator aansprakelijk is voor de goede uitvoering van het contract, overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de bepalingen van het contract tot reisorganisatie redelijkerwijze mag hebben...». Art. 19, § 4, voegt eraan toe: «de reisorganisator is, zo hem een tekortkoming in de nakoming in een van zijn verbintenissen kan worden toegerekend, eveneens gehouden tot een billijke vergoeding van de derving van het reisgenot.»
H., R. en K. t/NV De Z.
Bij inleidend dagvaardingsexploot van 8 januari 1998, betekend door het ambt van gerechtsdeurwaarder B. Heines met standplaats te Hasselt vorderen aanleggers betaling van het bedrag van 219.390 fr., te vermeerderen met de vergoedende intresten vanaf 24 februari 1997 en de gerechtelijke intresten uit hoofde van een zware foutieve niet-nakoming van de reisovereenkomst door verweerster waarvoor schadevergoeding wordt gevorderd alsook de ontbinding van de overeenkomst.