De bepalingen van de artikelen 203, §1, en 203bis, §1, §2 en §3, Burgerlijk Wetboek en van artikel 1321, §1, 2° en 3°, en §2, 1°, Gerechtelijk Wetboek sluiten niet uit dat de rechter in bijzondere omstandigheden ook de bijdrage in de buitengewone kosten forfaitair bepaalt.
Het OM concludeerde tot de gegrondheid van het eerste middel tot cassatie, en derhalve tot vernietiging van de bestreden beslissing, op grond dat uit de redenen m.b.t. de vaststelling van de maandelijkse onderhoudsbijdrage, in het bijzonder uit de reden i.v.m. de behoeften van de kinderen, in deze volgt dat deze bijdrage werd vastgesteld op basis van het gebruikelijke budget voor het dagelijks onderhoud van de kinderen, maar dat de appelrechters waar zij vervolgens evenwel oordelen dat die onderhoudsbijdrage ook de buitengewone kosten omvat nalaten op basis van de gevestigde rechtsleer een duidelijk onderscheid te maken tussen de gewone- en de buitengewone kosten, en zij in werkelijkheid aldus de buitengewone kosten volledig ten laste van eiseres leggen.
AR nr. C.13.0335.N
T.C. t/ P.S.
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen een vonnis in hoger beroep van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Veurne van 17 januari 2013.
…
III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste middel
…
Wanneer een minimum aan overleg en communicatie tussen de ouders onmogelijk is, is het ethisch niet verantwoord deze ouders te verplichten tot overleg inzake buitengewone kosten en de opstelling van een verdeelsleutel. In deze gevallen is het aangewezen deze kosten forfaitair te begroten.