Overeenkomstig art. 11 van het KB van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten wordt de verminderde boete verhoogd met 50% wanneer de rechten, boeten en toebehoren bij dwangbevel worden ingevorderd, zonder dat het in te vorderen bedrag lager mag zijn dan 10% van de verschuldigde rechten. De verhoging is evenwel niet van toepassing wanneer de rechter de vordering van de Staat gedeeltelijk vermindert of wanneer de bewijsvoering van de belastingplichtige enkel betrekking heeft op een rechtspunt.
In beginsel heeft eenieder het recht om een geding door de rechter te laten beslissen, binnen de grenzen en volgens de vormen door de wet bepaald.
De uitoefening van dat recht mag niet gehinderd worden door een regel waarbij de loutere uitoefening van dat recht bestraft wordt met een boete. Dat recht mag wel worden beperkt, inzonderheid om misbruik te bestrijden.
AR nr. F.14.0179.N
Vlaams Gewest t/ C.W. e.a.
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het Hof van Beroep te Gent van 25 juni 2013.
...
III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Tweede onderdeel
1. Krachtens art. 126 W. Succ., zoals van toepassing, is de erfgenaam, legataris of begiftigde die verzuimd heeft roerende goederen aan te geven, een boete verschuldigd gelijk aan tweemaal de rechten.