Een verslag van het maatschappelijk onderzoek tijdens de procedure van de jeugdrechtbank opgesteld kan niet aangewend worden in andere procedures, zelfs niet als verdediging in een strafproces.
Op grond van de artikelen 50 en 55 van de wet van april 1965 betreffende de jeugdbescherming, hebben de stukken van de procedure die bij de jeugdrechtbank werden ingesteld en die betrekking hebben op de persoonlijkheid van de betrokken minderjarigen en op het milieu waarin hij leeft en met name de maatschappelijke onderzoeken en de medische psychologische onderzoeken die werden bevolen overeenkomstig artikel 50, enkel tot doel in het belang van de minderjarige de modaliteiten te bepalen van het bestuur van zijn persoon, of de passende middelen voor zijn opvoeding of behandeling.
Voor een vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie houdt de algemene opzet van die bepaling in dat die onderzoeken uitsluitend kunnen gebruikt worden voor het doel waarvoor ze zijn uitgevoerd, zodat het uitgesloten is dat een oudere van de minderjarige die stukken als verweer kan aanwenden tijdens een strafvervolging tegen hem of haar (vergelijk cassatie, algemeen rolnummer P05.0807F van 19 oktober 2005 en cassatie algemeen rolnummer P0 7.15 41. N 4 maart 2008 en cassatie algemeen rolnummer P0 9.0308 N van 30 juni 2009).
Het maatschappelijk onderzoek van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank kan de door de partijen strafproces niet als staving worden neergelegd.
In de rechtspraak werd in het verleden aangenomen dat het verbod is om de stukken met betrekking tot de persoonlijkheid en het milieu waarin de minderjarige kinderen worden grootgebracht voor andere doeleinden te gebruiken dan die waarvoor zij werden opgesteld, niet alleen slaat op de onderzoeken die deel uitmaken van de rechtspleging en voor de jeugdgerechten, maar ook op die welke worden bevolen in het kader van elke procedure die ertoe strekt de maatregelen met betrekking tot de persoon van de kinderen te regelen. Het deskundigenverslag zou in dat opzicht niet van een psychosociaal onderzoek verschillen wat de vertrouwelijkheid betreft van de persoonlijke of familiale gegevens die door deze of gene onderzoeksmethoden zijn vergaard (vergelijk cassatie algemeen rolnummer P0 90529 F van 20 oktober 2010 en cassatie algemeen rolnummer 13.16 90 F van 19 februari 2014). Zie ook hof van beroep Antwerpen 6 januari 2016, tijdschrift voor familierecht 2017/2 bladzijden 40.
Het Hof van beroep te Antwerpen stelt in haar arrest van 2 maart 2016, tijdschrift voor familierecht 2017/2 bladzijden 41 en volgende:
Rechtsleer:
• Aida Verstappen, het gebruik van stukken uit een jeugdbeschermingprocedure betreffende minderjarigen in andere gerechtelijke procedures, tijdschrift voor familierecht 2017/2 bladzijden 44
I inleiding
II het principe en verbod, de uitbreiding en de gehanteerde grondslagen
III de grondslagen uit de cassatierechtspraak
§1 artikel 50 en 55 jeugdbescherming als autonome grondslag
§2 het doel van de onderzoeken bevolen overeenkomstig artikel 50 jeugdbescherming en de finaliteit van de jeugdbeschermingswet
§3 de avond van het onderzoek, de inmenging in het privé en familieleven en de vertrouwelijkheid om de volledige informatieoverdracht aan de opdrachtgevende overheid te waarborgen
§4 de inmenging in het privé en gezinsleven
IV besluit
Wie het kind met het badwater verdrinkt...
Blijft zitten met een verstopte afvoer
Het badwater van het kind...
Is niet vatbaar voor consumptie