Het Grondwettelijk Hof,
wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Bij vonnis van 13 januari 2016 in zake F.D. tegen M.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 februari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld :
Jona Lambrechts, familierechtbank onbevoegd voor preferentiële toewijzing van het genot van de onverdeelde gezinswoning in geval van partnergeweld tussen feitelijk samenwonenden.
De auteur bespreekt een arrest van het grondwettelijk Hof van 19 januari 2017, tijdschrift familierecht, 2017/3 pagina 64 waarin werd gesteld dat artikel 1253 ter/5 niet van toepassing is op feitelijk samenwonenden en dat derhalve feitelijk samenwonenden die slachtoffer zijn van partnergeweld geen preferentiële genot toekenning van de gemeenschappelijke hebben bij wijze van voorlopige maatregel, zonder dat dit in strijd is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.