Er is geen algemeen rechtsbeginsel luidens hetwelk de strafprocedure over feiten die ten grondslag liggen aan een tuchtprocedure, het verderzetten van de tuchtprocedure schorst.
De omstandigheid dat de tuchtrechter gebonden is door hetgeen de stafrechter zeker en noodzakelijk heeft beslist (1), houdt niet in dat het tuchtrechtscollege verplicht is zijn uitspraak uit te stellen tot na de uitspraak van de strafrechter (2). (1) Zie Cass. 24 januari 1997, AR C.94.0119.N, AC 1997, nr. 45. (2) Cass. 21 maart 1986, AR nr. 4720, AC 1985-86, nr. 459; Cass. 15 oktober 1987, AR nr. 7907, AC 1987-88, nr. 93.
Nr. D.14.0016.N
P. M.,
eiser,
tegen
ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE MECHELEN, publiekrechtelijk rechtspersoon, met zetel te 2800 Mechelen, Keizerstraat 20,
verweerder,
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen een beslissing van de Nederlandstalige Tucht-raad van beroep voor advocaten van 10 juni 2014.
II. CASSATIEMIDDEL
De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
III. BESLISSING VAN HET HOF