Voortaan wordt het retentierecht gereguleerd door een expliciete wettekst in het Burgerlijk Wetboek. De auteur behandelt de wijzigingen aan het retentierecht door de Wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft (Pandwet) en wijzigende bepalingen. Het concept 'retentierecht' blijft in grote mate hetzelfde als voorheen, maar de belangrijkste innovatie doet zich voor op het vlak van de rechtsgevolgen.
De nieuwe wet zou van kracht worden 01/01/2018
uittreksel uit de wet van 11 juli 2013
11 JULI 2013. - BURGERLIJK WETBOEK. - Boek III _ Titel XVII : Zakelijke zekerheden op roerende goederen - (Oude artikelen 2071 tot en met 2091 van het Burgerlijk Wetboek vormende de Titel XVII : Inpandgeving)
(NOTA : meerdere artikelen gewijzigd in de toekomst door W 2016-12-25/12; Inwerkingtreding : 01-01-2018)
[...]
HOOFDSTUK 3. - Retentierecht
Art. 73. Begrip
Het retentierecht verleent aan de schuldeiser het recht om de teruggave van een goed dat hem door zijn schuldenaar werd overhandigd of bestemd is voor zijn schuldenaar, op te schorten zolang zijn schuldvordering die verband houdt met dat goed niet is voldaan.
Art. 74. Feitelijke macht
Het retentierecht eindigt van zodra de schuldeiser de feitelijke macht over het goed vrijwillig prijsgeeft, tenzij de schuldeiser deze feitelijke macht herkrijgt krachtens dezelfde rechtsverhouding.
Art. 75. Tegenwerpelijkheid
Het retentierecht dat betrekking heeft op een roerend lichamelijk goed is tegenwerpelijk aan andere schuldeisers van de schuldenaar en aan derden die een recht op het goed hebben verkregen nadat de schuldeiser de feitelijke macht over het goed heeft verworven.
Het retentierecht dat betrekking heeft op een roerend lichamelijk goed is eveneens tegenwerpelijk aan derden met een ouder recht, op voorwaarde dat de schuldeiser bij de inontvangstneming van het goed mocht aannemen dat de schuldenaar bevoegd was om dit goed aan een retentierecht te onderwerpen.
Art. 76. Pandrecht
Het retentierecht geeft aanleiding tot een in artikel 1 bedoeld preferentieel recht van pandhouder.