Het oude artikel 110/1 WLVO (wet landverzekering) voorziet in het klassieke geval van “de aanwijzing van de wettelijke erfgenamen als begunstigden”. Het bepaalt dat “wanneer de wettelijke erfgenamen als begunstigden worden aangewezen zonder bij name te zijn vermeld, onder voorbehoud van tegenbewijs of andersluidend beding, de verzekeringsprestatie is verschuldigd aan de nalatenschap van de verzekeringnemer”. Het stelt zodoende een weerlegbaar vermoeden van begunstiging “iure haereditario” in. Bij verwerping van de nalatenschap komt de verzekeringsprestatie de onbeheerde nalatenschap toe.
Krachtens het toepasselijke artikel 126, eerste lid WLVO (thans: art. 190 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen) kunnen de schuldeisers van de verzekeringnemer ten laste van de begunstigde om niet de terugbetaling vorderen van de premies, voor zover ze kennelijk buiten verhouding staan tot de vermogenstoestand van de verzekeringnemer en voor zover ze zijn betaald met bedrieglijke benadeling van hun rechten in de zin van artikel 1167 BW. Artikel 126, tweede lid WLVO vervolgt dat de terugbetaling het bedrag van de aan de begunstigde verschuldigde verzekeringsprestaties niet mag overschrijden.
(A. / Onbeheerde nalatenschap M.D., Delta Lloyd Life NV - Rolnr.: 2013/AR/2977)
I. Beroepen vonnis
1. Bij vonnis van 5 november 2013 (…) gaat de (…) de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk in op de (bij dagvaardingsexploten van 3-4 september 2012) geïnitieerde hoofdvordering van de curator over de onbeheerde nalatenschap van M.D. om zodoende de DELTA LLOYD LIFE te veroordelen om aan de curator te betalen een bedrag van 165.836,20 EUR meer interesten en de nader begrote gedingkosten.