Krachtens artikel 458, § 1, eerste lid Gerechtelijk Wetboek ontvangt en onderzoekt de stafhouder de klachten tegen de advocaten van zijn Orde.
Krachtens artikel 458, § 1, tweede lid Gerechtelijk Wetboek leidt de stafhouder het onderzoek of stelt hij een onderzoeker aan, wiens taken en bevoegdheden hij omschrijft.
Krachtens artikel 458, § 2, eerste lid Gerechtelijk Wetboek zendt de stafhouder die na het onderzoek oordeelt dat er redenen bestaan om de advocaat te laten verschijnen voor de tuchtraad, het dossier samen met zijn met redenen omklede beslissing aan de voorzitter van de tuchtraad, zodat deze de tuchtraad kan samenroepen overeenkomstig de bepalingen van artikel 459.
Krachtens artikel 459, § 1, tweede lid Gerechtelijk Wetboek roept de voorzitter van de tuchtraad, ambtshalve of op verzoek van de stafhouder, de advocaat bij een ter post aangetekende brief op om voor de tuchtraad te verschijnen.
Krachtens artikel 459, § 2, laatste lid Gerechtelijk Wetboek wordt de onderzoeker ter zitting gehoord in zijn verslag.
Krachtens artikel 467 Gerechtelijk Wetboek worden de debatten voor de tuchtraad van beroep gehouden zoals voorgeschreven door artikel 459, § 2.
Deze bepalingen noch artikel 6 EVRM sluiten uit dat de stafhouder samen met de onderzoeker ter zitting van de tuchtraad van beroep kan worden gehoord.
(N.D. / Nederlandse Orde van Advocaten bij de balie te Brussel - Rolnr.: D.16.0006.N)
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen de beslissing van de Nederlandstalige tuchtraad van beroep voor advocaten van 9 februari 2016.
Raadsheer Koenraad Moens heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal André Van Ingelgem heeft geconcludeerd.
II. Cassatiemiddelen
De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan.