De uitbater van een pedagogische boerderij (kinderboerderij) kan aansprakelijk gesteld worden op grond van artikel 1384 §4 Burgerlijk Wetboek en aanzien worden als onderwijzer in de zin van dit artikel aangezien hij in staat niet alleen voor het toezicht van de kinderen maar ook impliciet voor onderwijs doordat hij tijdens de stages die kinderen in de vakantie bij hem doorbrengen, deze laat kennismaken met de natuur en de dieren en hen leert hoe voor de dieren te zorgen, hen te voederen, eigen en de rapen enzovoort.
En wat met de aansprakelijkheid van de kinderen zelf?
Het is onmogelijk om kinderen zelf aansprakelijk te stellen op basis 1382 BW:
• Cass. 30 mei 1969, Arr.Cass. 1969, 943; Cass. 3 mei 1978, Arr.Cass. 1978, 1037;
• Cass. 13 oktober 1999, Arr.Cass. 1999, 1255, RW 2001-02, 1428, noot TBBR 2002, 313;
• M. Muylle, “En wat als “supernanny” te laat komt. Actualia inzake de aansprakelijkheid van ouders voor minderjarige kinderen” in H. Cousyen H. Vandenberghe(eds.), Themis aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht 2007-2008, Brugge, die Keure, 2008, (87) 92;
• H. Bocken, “Aansprakelijkheid van en voor minderjarigen”, De Verz. 2006, (301) 306-308); Cass. 11 december 2009, JLMB 2010, 588, Pas. 2009, 2977, RGAR 2010, nr. 14.617, RW 2011-12, 1808.