Het kennelijk bewerken van zijn onvermogen kan niet alleen afgeleid worden uit feiten, waarbij de schuldenaar bedrog heeft gepleegd, maar ook uit feiten, waarbij de schuldenaar zich met opzet onvermogend maakt, zoals bij het gratis of tegen een te lage prijs liquideren van een deel van zijn vermogen, waardoor men ondanks zijn solvabiliteit ontsnapt aan het vereffenen van zijn schulden.
Dit dient concreet te worden afgewogen, maar dit kan het geval zijn bij een wettige fiscale optimalisatie, waarbij men een onroerend goed aan de kinderen schenkt om de toekomstige successierechten van de kinderen zoveel mogelijk te beperken.
ARBEIDSHOF TE BRUSSEL
BESCHIKKING
OPENBARE TERECHTZITTING VAN 6 JUNI 2011.
11de KAMER
Collectieve schuldenregeling - vorderingen collectieve schuldenregeling
In de zaak:
1.De Heer S. en zijn echtgenote
2.S.D.
beiden wonende te [xxx],