Art. 1183 gerechtelijk wetboek stelt:
"Behalve de formaliteiten die gemeen zijn aan alle notariële akten, bevat de boedelbeschrijving ook : [...] 11° de eed van degenen die in het bezit geweest zijn van de voorwerpen of die de plaatsen bewoond hebben, dat zij niets hebben verduisterd, en dat zij van zodanige verduistering geen kennis dragen."
Onder verduistering in de zin van artikel 1183, 11°, Gerechtelijk Wetboek moet worden verstaan iedere daad of iedere nalatigheid die ertoe strekt een goed te onttrekken aan de boedel (1). (1) Zie Cass. 22 mei 2012, AR P.11.1735.N, AC 2012, nr. 318.
De eed die bij de boedelbeschrijving wordt afgelegd heeft betrekking op de vermeldingen die nuttig zijn voor het vaststellen van de omvang van de boedel en hoewel de eed geen betrekking heeft op verklaringen betreffende de oorsprong of de eigendom van de goederen, waarover de strafrechter niet te oordelen heeft en die aan bod zullen komen ter gelegenheid van de vereffening en verdeling, dienen de belanghebbenden niettemin zo dit van belang is voor het bepalen van de omvang van de boedel, correcte opgave te doen van de plaats waar de goederen zich bevinden of zich op elk voor het opmaken van de boedelbeschrijving relevant tijdstip hebben bevonden, wie de goederen onder zich heeft of op elk voor het opmaken van de boedelbeschrijving relevant tijdstip in bezit had of wat ermee is gebeurd; een verzwijging van die gegevens of het vermelden van onjuiste gegevens kan immers een onttrekking inhouden van de goederen aan de boedel en dus een verduistering in de zin van artikel 1183, 11°, Gerechtelijk Wetboek (1). (1) Zie Cass. 3 maart 2015, AR P.14.0032.N, AC 2015, nr. 152; VANOVERBEKE, S., 'Het begrip 'verduistering' bij de eedaflegging n.a.v. een boedelbeschrijving' (noot onder Antwerpen 14 mei 2002), RW 2002-03, 909-912.
Nr. P.16.0383.N
I
1. M M E H,
beklaagde,
2. H L G C,
beklaagde,
3. L R A C,
beklaagde,
eisers,
II
PATRIMCO nv, met zetel te 2431 Laakdal (Veerle), Kruisstraat 38,
beklaagde,
eiseres,
alle cassatieberoepen tegen
J C,
burgerlijke partij,
verweerder.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 29 februari 2016.