Quantcast
Channel: Burgerlijk recht
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217

Dwangsom verminderen of maximum bepalen

$
0
0
Publicatie
Auteur: 
Piteus Karen
Tijdschrift: 
NJW
Uitgever: 
Kluwer
Jaargang: 
2003
Pagina: 
1323
Samenvatting

De auteur bespreekt het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 30 juli 2002, NjW 2003, 1337 en brengt aan de hand hiervan een aantal principes met betrekking tot de dwangsom in herinnering, met name de mogelijkheid van de rechter om in bepaalde gevallen een dwangsom te verminderen (art. 1385quinquies Ger. W.) en de mogelijkheid een maximum te bepalen (art. 1385ter Ger. W.).

In deze bijdrage worden enkele pijnpunten onder de aandacht gebracht, met name welke rechter is bevoegd om de dwangsom te milderen, waar ligt de grens tussen de bevoegdheid van de dwangsomrechter en deze van de executierechter, wat moet worden verstaan onder “onmogelijkheid” om
aan de hoofdveroordeling te voldoen? Hierna wordt getracht deze vragen te beantwoorden aan de hand van rechtspraak en rechtsleer

Inhoudstafel tekst: 

I. Mogelijkheid om de dwangsom te verminderen . 1
A. Bevoegdheid: dwangsomrechter versus executierechter  . 2-7
B.“Onmogelijkheid” om de hoofdveroordeling te voldoen . 8
1. Het begrip "onmogelijkheid"  . 9-13
2. Dwaling en putatieve onmogelijkheid . 14-16
3. Gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid  . 17-19
4. Blijvende of tijdelijke onmogelijkheid  . 20
II. Maximumbedrag van een dwangsom
A. De werking van dit stelsel . 21-24
B. Een maximumbedrag in een procedure tot herziening? . 25-27

Lees deze integrale bijdrage via deze link

Overige publicaties over de dwangsom van Kris Wagner:

Link naar de website van Kris Wagner met rechtstreekse links naar zijn bijdragen

• Dwangsom, in Algemene Praktische Rechtsverzameling, Mechelen, Kluwer, 2003

Gerelateerd
Bibliotheek
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

Uittreksel uit het gerechtelijk wetboek:

Art. 1385bis
De rechter kan op vordering van één der partijen de wederpartij veroordelen tot betaling van een geldsom, dwangsom genaamd, voor het geval dat aan de hoofdveroordeling niet wordt voldaan, onverminderd het recht op schadevergoeding indien daartoe gronden zijn. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom, noch ten aanzien van de vorderingen ter zake van de nakoming van arbeidsovereenkomsten.
De dwangsom kan ook voor het eerst in verzet of in hoger beroep worden gevorderd.
De dwangsom kan niet worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld.
De rechter kan bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren

Nog dit: 

Eenvormige wet van 26 november 1973 betreffende de dwangsom

Art. 1
1. De rechter kan op vordering van één der partijen de wederpartij veroordelen tot betaling van een geldsom, dwangsom genaamd, voor het geval dat aan de hoofveroordeling niet wordt voldaan, onverminderd het recht op schadevergoeding indien daartoe gronden zijn. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom.
2. De dwangsom kan ook voor het eerst in verzet of in hoger beroep worden gevorderd.
3. De dwangsom kan niet worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld.
4. De rechter kan bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren.

Art. 2
De rechter kan de dwangsom hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid of per overtreding vaststellen. In de laatste twee gevallen kan de rechter eveneens een bedrag bepalen waarboven geen dwangsom meer verbeurd wordt.

Art. 3
De dwangsom, eenmaal verbeurd, komt ten volle toe aan de partij die de veroordeling heeft verkregen. Deze partij kan de dwangsom ten uitvoer leggen krachtens de titel waarbij zij is vastgesteld.

Art. 4
1. De rechter die een dwangsom heeft opgelegd, kan op vordering van de veroordeelde de dwangsom opheffen, de looptijd ervan opschorten gedurende de door hem te bepalen termijn of de dwangsom verminderen in geval van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen.
2. Voor zover de dwangsom verbeurd was voordat de onmogelijkheid intrad, kan de rechter haar niet opheffen of verminderen.

Art. 5
1. De dwangsom kan gedurende het faillissement van de veroordeelde niet worden verbeurd.
2. Dwangsommen die vóór de faillietverklaring verbeurd zijn, worden in het passief van het faillissement niet toegelaten.

Art. 6
1. Na overlijden van de veroordeelde wordt een dwangsom die op een bepaald bedrag per tijdseenheid is vastgesteld, niet verder verbeurd, maar de vóór het overlijden verbeurde dwangsommen blijven verschuldigd. De dwangsom wordt: (voor België) door erfgenamen en andere rechtsverkrijgenden; (voor Nederland) door erfgenamen, van de veroordeelde pas opnieuw verbeurd nadat de rechter die haar heeft opgelegd, aldus heeft beslist. De rechter kan het bedrag en de voorwaarden ervan wijzigen.

2. Andere dwangsommen kunnen, op vordering van de erfgenamen en andere rechtverkrijgenden door de rechter die ze heeft opgelegd worden opgeheven of verminderd, hetzij blijvend, hetzij tijdelijk, en, in voorkomend geval, met ingang van de dag waarop de veroordeelde overleden is.

Art. 7
1. Een dwangsom verjaart door verloop van zes maanden na de dag waarop zij verbeurd is.
2. De verjaring wordt geschorst door faillissement en ieder ander wettelijk beletsel voor tenuitvoering van de dwangsom.
3. De verjaring wordt ook geschorst zolang degene die de veroordeling verkreeg met het verbeuren van de dwangsom redelijkerwijze niet bekend kon zijn.

Art. 8
Voor de bepaling van de rechterlijke bevoegdheid en de vatbaarheid voor hoger beroep wordt geen rekening gehouden met de dwangsom.
 

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217