Het bij art. 1384, tweede lid, BW ingestelde vermoeden van aansprakelijkheid van de ouders voor hun minderjarige kinderen berust ofwel op een fout in de opvoeding, ofwel op een fout in het toezicht, zonder dat beide fouten gelijktijdig hoeven voor te komen.
HET HOF,
Gelet op het bestreden vonnis, op 6 oktober 1994 in hoger beroep gewezen door de Correctionele Rechtbank te Luik;
Over het eerste middel :
Overwegende dat het bij artikel 1384, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek ingesteld vermoeden van aansprakelijkheid van de ouders voor hun minderjarige kinderen berust ofwel op een fout in de opvoeding, ofwel op een fout in het toezicht; dat de beide fouten niet gelijktijdig hoeven voor te komen;
Overzicht rechtspraak Kwalitatieve aansprakelijkheid TPR 2011-2, 349