Quantcast
Channel: Burgerlijk recht
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217

Les aliments s’arréragent

$
0
0

« Aliments ne s’arréragent pas »

Letterlijk: "Onderhoudsplicht schept/laat geen achterstallen" of "Geen toekenning van onderhoudsgeld met terugwerkende kracht" of "Onderhoudsschuld met terugwerkende kracht bestaat niet"

Dit adagium « Aliments ne s’arréragent pas » stelt:

"Wanneer een onderhoudsgerechtigde aanspraak maakt op te toekenning van een onderhoudsgeld, kan hij dit enkel voor de toekomst vorderen en niet voor het verleden. Immers de onderhoudsgerechtigde die in het verleden geen onderhoudsgeld vorderde, wordt verondersteld in het verleden niet behoeftig te zijn geweest. Immers de afwezigheid van het instellen van het bekomen van onderhoudsgeld geldt als vermoeden van gebrek aan behoeftigheid (hoe zou de onderhoudsgerechtigde in het verleden anders en zonder onderhoudsgeld hebben kunnen overleven."

Een zelfde vermoeden geldt bij huwelijk en samenwoning waarbij de bijdrage in de huishouding verondersteld wordt bij gebreke aan enige vordering verrekend en geregeld te zijn.

Het adagium maakt duidelijk een onderscheid tussen het abstracte recht op onderhoudsplicht en de bij vonnis of bij akte geconcretiseerde onderhousschuld ingevolge veroordeling tot een bepaald periodiek bedrag onderhoudsgeld.

Verschuldigde onderhoudsgelden ingevolge vonnis, arrest, beschikking of akte vervallen zeker niet door niet betaling. Zij verjaren in toepassing van artikel 2277 BW pas na 5 jaar.

« Aliments ne s’arréragent pas », heeft zeker geen absolute werking in het Belgisch positief recht.

Het adagium is niet meer dan een indicatief vermoeden, een middel van verweer, waarvan de rechter in concreto kan afwijken bij vraagstukken over de toekenning van onderhoudsgeld met terugwerkende kracht.

L’obligation alimentaire ne s’applique qu’à partir du moment où le bénéficiaire potentiel la réclame et qu'ainsi, on ne peut réclamer de la nourriture rétrospectivement.

Rechtspraak:

• Cass. AR 5826, 2 september 1988, Arr.Cass. 1988-89, 4, advies DU JARDIN; Bull. 1989, 4; Pas. 1989, I, 4.

samenvatting

Noch art. 209 B.W., noch enig rechtsbeginsel, noch de rechtspreuk 'onderhoudsgeld laat geen achterstallen' staan eraan in de weg dat ontheffing of vermindering van een rechterlijk vastgestelde uitkering tot levensonderhoud wordt toegestaan over een tijdspanne die is verlopen vóór de dag van de vordering tot ontheffing of vermindering.

Principieel geldt de toekenning of aanpassing en van een uitkering na echtscheiding in principe terug tot op de dag van de eis voor de familierechter (Rb. Brussel 31 december 1986, Rev. trim. dr. fam. 1988, 351)

Toch kan de rechter een latere of eerdere datum voorzien voor de startdatum, datum van verhoging of verlaging en zelfs voor de afschaffing van het onderhoudsgeld . (Gerlo Onderhoudsgelden OPF – Afl. 42 (december 2002) Kluwer 64, Vred. Gent, T.G.R. 1985, 112, Bergen 22 april 1981, Pas. 1981, II, 107).

Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217