Wanneer een partij zichzelf heeft ingesloten door het uitvoeren van bouwwerken kan zij geen recht van uitweg of doorgang vorderen en ook geen verplaatsing van de erfdienstbaarheid.
Niets belet uiteraard dat wie zichzelf door een bouwwerk heeft ingesloten tot afbraak overgaat en eventueel tot het heroprichten op dusdanige wijze dat haar doorgang of uitweg wordt verzekerd.
Het feit dat de doorgang niet volledig benut kan worden zoals oorspronkelijk voorzien die een gevolg is van het eigen toedoen van een eigenaar kan niet worden verholpen door een vordering in rechte.
Wie zelf aan de oorsprong ligt een relatieve ingeslotenheid en zelf zijn (conventionele) doorgang beperkt heeft zal zich hierbij dienen neer te leggen of zijn daden van insluiting zelf weer opheffen.
Rechtbank van eerste aanleg Brussel op 3 februari 2016
In zake van:
1. De N.V. H-I,
2. De heer E.H.
APPELLANTEN
OORSPRONKELIJKE EISERS
Tegen:
De CVA I.J.
GEÏNTIMEERDE
OORSPRONKELIJKE VERWEERSTER
In deze zaak in beraad genomen op 4.01.2016 spreekt de rechtbank volgend vonnis uit.