Het louter feit dat in de “aankoopbelofte” de stedebouwkundige bestemming van het te koop gestelde onroerend goed niet werd vermeld, is niet als kunstgreep te aanzien, om de eenvoudige reden dat een “aankoopbelofte” géén onderhandse koopakte uitmaakt en de verplichting van artikel 141 DRO hierop aldus niet van toepassing is. Het aanzien van de “aankoopbelofte” als een koopovereenkomst betreft enkel het negotium, niet het instrumentum. De niet-vermelding van de stedenbouwkundige bestemming noch van het voorhanden zijn van een stedebouwkundige vergunning in de aankoopbelofte is zodoende strafrechterlijk gesanctioneerd.
Er is bedrog wanneer een partij kunstgrepen of listen aanwendt om de andere partij op grond van een verkeerde voorstelling van zaken te bewegen tot het aangaan van de overeenkomst. Bedrog bevat een materieel bestanddeel, de kunstgreep of de list, en een psychologisch (moreel) bestanddeel, zijnde het opzet van een partij om door middel van de kunstgreep of list de andere partij tot het aangaan van de overeenkomst te bewegen.
Bedrog is dan een oorzaak van nietigheid van de overeenkomst, wanneer de kunstgrepen, door een van de partijen gebezigd, van die aard zijn dat de andere partij zonder die kunstgrepen het contract niet zou hebben aangegaan. Wie zich op bedrog beroept, draagt de bewijslast van zijn bewering (artikel 1116, tweede lid, B.W.).
Hof van beroep te Gent, 12 Kamer, terechtzitting van 25 februari 2009
EINDARREST
– In de zaak met het rolnummer 2007/AR/2340 van:
V. D. C. C., ,
geboren te op , en
wonende te ,
appellant tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, op tegenspraak gewezen door de veertiende kamer dd. 12-6-2007, oorspronkelijk verweerder,
tegen :
nv FLANDERS BUILDING,
met zetel te 9000 Gent, Nieuwewandeling 62,
met ondernemingsnr. 0427.949.845,
geïntimeerde, oorspronkelijk eiseres,