De verkoper is gehouden tot vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak die deze ongeschikt maken tot het gebruik waartoe men ze bestemt, of die dit gebruik zodanig verminderen dat de koper, indien hij de gebreken gekend had, de zaak niet of slechts tegen een mindere prijs zou hebben gekocht (art. 1641 BW).
Er kan sprake zijn van een verborgen gebrek indien het gebrek, zelfs als het de zaak niet intrinsiek aantast, die zaak toch ongeschikt maakt voor het gebruik waartoe de koper, met medeweten van de verkoper, de zaak bestemt of dit gebruik zodanig vermindert dat de koper ze niet of slechts tegen een mindere prijs zou hebben gekocht indien hij de gebreken gekend had .
In dat geval heeft de koper de keuze om ofwel de zaak terug te geven en zich de prijs te doen terugbetalen (actio redhibitoria), ofwel de zaak te behouden en zich een gedeelte van de prijs te doen terugbetalen (actio aestimatoria), welk gedeelte door deskundigen zal worden bepaald (art. 1644 BW).
Indien de verkoper de gebreken van de zaak gekend heeft, is hij niet alleen gehouden tot teruggave van de prijs die hij ervoor ontvangen heeft, maar bovendien tot vergoeding van alle schade aan de koper (art. 1645 BW). Dat principe wordt ook geacht van toepassing te zijn op de actio aestimatoria;
Indien de verkoper de gebreken van de zaak gekend heeft, is hij niet alleen gehouden tot teruggave van de prijs die hij ervoor ontvangen heeft, maar bovendien tot vergoeding van alle schade aan de koper (art. 1645 BW). In dat geval kan de koper schade vorderen voor genotsderving ten gevolge van het gebrek.
De beroepsverkoper wordt geacht de gebreken van de door hem verkochte zaak te kennen in de zin van art. 1645 BW. Die beroepsverkoper kan evenwel zijn onoverwinnelijke onwetendheid of de onnaspeurbaarheid van het verborgen gebrek bewijzen .
Een door de technische automobielinspectie afgeleverd keuringsattest, waarin geen melding gemaakt wordt van gebreken aan een voertuig, ontslaat de professionele autoverkoper niet van de eigen verplichting om een voertuig te verkopen dat niet door een verborgen gebrek is aangetast;
Een omgebouwd voertuig met een uiterst beperkt laadvermogen is aangetast met een functioneel gebrek. Deze verkoop is behept met een gebrekkige levering wanneer dat gebrek het gebruik vermindert waartoe de koper het voertuig, met medeweten van de verkoper had bestemd op een zodanige wijze dat de koper dat voertuig slechts tegen een mindere prijs zou hebben gekocht indien zij dat gebrek gekend had.
Wanneer de verkoper een een beroepsverkoper (van voertuigen) is, diende zij het functionele gebrek van het omgebouwde voertuig te kennen. Zij diende meer bepaald te weten dat het voertuig, na de ombouwing ervan, maar een uiterst beperkt laadvermogen meer zou hebben en niet meer functioneel zou zijn voor de koper. De verkoper levert niet het bewijs van haar onoverwinnelijke onwetendheid of van de onnaspeurbaarheid van het verborgen gebrek. Het door de technische keuring afgeleverde attest, waarin een verkeerd laadvermogen werd vermeld, ontslaat de verkoper niet van haar eigen verplichting om een omgebouwd voertuig te verkopen dat niet door een verborgen gebrek is aangetast.
Faillissement BVBA I.B. t/ BVBA PG C. en BVBA A.C.
I. Feiten
1. BVBA I.B., thans in staat van faillissement, bestelde op 9 juli 2007 een voertuig Citroën Jumper bij PG C. Op de bestelbon werd vermeld dat het voertuig omgebouwd moest worden, met een enkelvoudige kipbak, materiaalkoffer en ladderdrager.
De verkoopprijs van het voertuig bedroeg 24.889,70 euro incl. btw (20.570,00 euro excl. btw) en de prijs van de ombouwingen 10.653,84 euro incl. btw (8.804,83 euro excl. btw).
Verborgen gebrek en korte termijn
De koper dient zijn vordering in te stellen binnen korte termijn en de verkoper dient zijn vordering tegen zijn leverancier eveneens binnen korte termijn in te stellen
• Cass. 29/01/2004, RW 2004-2005,431
NV W.F.L. t/ Vennootschap naar Frans recht D.
I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 9 februari 2001 gewezen door het Hof van Beroep te Gent.
...
III. Feiten
Op 13 februari 1991 dagvaarden de echtgenoten L.-D. hun aannemer, de NV Van Br., in kort geding voor beweerde gebreken in de sanitaire leidingen. De kortgedingrechter stelt op 10 mei 1991 een deskundige aan wiens verslag wordt neergelegd op 17 december 1993.
De echtgenoten L.-D. dagvaarden op 15 december 1994 de NV Van Br. voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Oudenaarde wegens de gebrekkige plaatsing van de sanitaire installatie. Op 20 januari 1995 wordt eiseres als leverancier van de leidingen in tussenkomst en vrijwaring gedagvaard door de NV Van Braeckel. Op 14 april 1995 dagvaardt eiseres op haar beurt verweerster, de fabrikant van wie zij de beweerd gebrekkige materialen had afgenomen.
...
V. Beslissing van het Hof
Overwegende dat krachtens art. 1648 B.W., de rechtsvordering op grond van koopvernietigende gebreken door de koper moet worden ingesteld binnen een korte termijn, al naar de aard van de koopvernietigende gebreken en de gebruiken van de plaats waar de koop is gesloten;
Dat deze bepaling van overeenkomstige toepassing is op de rechtsvordering van de verkoper tegen diegene van wie hij de zaak heeft gekocht;
Dat de korte termijn waarbinnen de vrijwaringsvordering van de verkoper moet worden ingesteld, eerst begint te lopen vanaf het tijdstip waarop hij zelf door zijn koper in rechte wordt aangesproken;
Overwegende dat de appèlrechters de rechtsvordering van eiseres tegen verweerster, gebaseerd op art. 1648 B.W., niet ontvankelijk verklaren om de redenen dat «zij haar vordering tegen (verweerster) slechts heeft ingesteld bij dagvaarding van 14 april 1995, dit is meer dan vijftien maanden na het neerleggen van het deskundigenverslag en meer dan vier jaar na het aan het licht komen van de gebreken. Dit is te laat»;
Overwegende dat de appèlrechters, door te oordelen dat de korte termijn waarbinnen de verkoper zijn vrijwaringsvordering dient in te stellen tegen diegene van wie hij de zaak heeft gekocht, begint te lopen vanaf het ontdekken van het gebrek door de koper, zonder acht te slaan op het tijdstip waarop hij door de koper werd gedagvaard, art. 1648 B.W. schenden;
Dat het middel gegrond is.