Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217

Het wettelijk recht van terugkeer

Uittreksel uit het burgerlijk wetboek:

Art. 747. De bloedverwanten in de opgaande lijn erven, met uitsluiting van alle anderen, de zaken door hen geschonken aan hun kinderen of afstammelingen die zonder nakomelingschap zijn gestorven, wanneer de geschonken zaken nog in natura aanwezig zijn in de nalatenschap.

Uittreksel uit het burgerlijk wetboek:

Nog dit: 

Wettelijk recht van terugkeer:

Uittreksel uit het burgerlijk wetboek

AFDELING IV. - ERFOPVOLGING VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT.

Art. 745bis.  § 1. (Wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap.

Wanneer de overledene andere erfgerechtigden achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot de volle eigendom van het deel van de eerststervende in het gemeenschappelijk vermogen en het vruchtgebruik van diens eigen vermogen.

Wanneer de overledene geen erfgerechtigden achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot de volle eigendom van de gehele nalatenschap.

§ 2. De langstlevende echtgenoot heeft bovendien het vruchtgebruik van de goederen onderworpen aan het recht van wettelijke terugkeer waarin de artikelen 366,§ 1, eerste en tweede lid. 747 en 766 voorzien, tenzij in de akte van schenking of in het testament anders is bepaald.

§ 3. De langstlevende echtgenoot verkrijgt als enige, met uitsluiting van alle andere erfgenamen, het recht op de huur van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de overledene tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende.

Art. 745ter. Niettegenstaande enig andersluidend beding kan ieder die de blote eigendom verkrijgt, eisen dat voor alle met vruchtgebruik belaste goederen een boedelbeschrijving van de roerende en een staat van de onroerende worden opgemaakt, dat de geldsommen worden belegd en dat de effecten aan toonder, naar keuze van de langstlevende echtgenoot, worden omgezet in inschrijvingen op naam of gedeponeerd op een gemeenschappelijke bankrekening.

Art. 745quater.

§ 1. Wanneer de blote eigendom behoort aan de afstammelingen van de vooroverleden echtgenoot, aan zijn geadopteerde kinderen of aan de afstammelingen van dezen, kan de langstlevende echtgenoot of een van de blote eigenaars vorderen dat het vruchtgebruik geheel of ten dele wordt omgezet, hetzij in de volle eigendom van met vruchtgebruik belaste goederen, hetzij in een geldsom, hetzij in een gewaarborgde en geindexeerde rente.

§ 2. Wanneer de blote eigendom behoort aan andere personen dan die bedoeld in § 1, kan de langstlevende echtgenoot die omzetting eisen binnen vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap.

In hetzelfde geval kan hij te allen tijde eisen dat de blote eigendom van de goederen bedoeld in § 4 hem tegen geld wordt overgedragen.

De familierechtbank kan de omzetting van het vruchtgebruik en de toewijzing van de volle eigendom weigeren, wanneer zulks de belangen van een onderneming of van een beroepsarbeid ernstig zou schaden.

Indien de rechtbank het billijk acht wegens omstandigheden die eigen zijn aan de zaak, kan zij een vordering tot omzetting toewijzen, die is ingesteld door een andere blote eigenaar dan die bedoeld in § 1 of, na de termijn van vijf jaar, door de langstlevende echtgenoot.

§ 3. De omzetting van het vruchtgebruik van de goederen onderworpen aan het recht van wettelijke terugkeer kan, alleen worden gevorderd door degene die dat recht bezit.

§ 4. Het vruchtgebruik van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap het gezin tot voornaamste woning diende, en van het daarin aanwezige huisraad, kan niet worden omgezet dan met instemming van de langstlevende echtgenoot.

Art. 747. De bloedverwanten in de opgaande lijn erven, met uitsluiting van alle anderen, de zaken door hen geschonken aan hun kinderen of afstammelingen die zonder nakomelingschap zijn gestorven, wanneer de geschonken zaken nog in natura aanwezig zijn in de nalatenschap.
Indien de zaken zijn vervreemd, bekomen de bloedverwanten in de opgaande lijn de prijs die daarvoor nog verschuldigd mocht zijn. Zij erven ook de rechtsvordering tot terugneming die de begiftigde mocht hebben.

Anders en eenvoudiger: Wanneer een kind overlijdt voor zijn ouders, zonder dat het kind nakomelingen achterlaat, erven de ouders-schenkers, met uitsluiting van alle anderen, de goederen die door hen zelf geschonken zijn aan dit  kind. Deze ouders worden de “anomale erfopvolgers” geheten.

Conform art. 747 B.W. komen de geschonken goederen automatisch en krachtens de wet terug naar de ouders als het begiftigde kind voor de ouders overlijdt op voorwaarde dat het begiftigde kind zelf geen nakomelingen heeft.

Sinds 24 januari 2014 wordt een vrijstelling toegepast in geval van wettelijke terugkeer.

Dit houdt concreet in dat wanneer (over)(groot)ouders bepaalde goederen schenken aan hun (achter)(klein)kind, en dit achter)(klein)kind overlijdt voor de schenker, er een vrijstelling wordt toegestaan voor de geschonken goederen.

Opdat deze vrijstelling zou kunnen gelden, moet wel aan elk van de onderstaande voorwaarden zijn voldaan:

De goederen moeten geschonken zijn voor het overlijden van het (achter)(klein)kind

De goederen moeten ofwel nog in natura aanwezig zijn in de nalatenschap ofwel, wanneer de goederen werden vervreemd, moet hiervoor nog een schuldvordering in de nalatenschap aanwezig zijn

Het vooroverleden (achter)(klein)kind heeft zelf geen nakomelingen op het ogenblik dat hij is gestorven.

De vrijstelling moet ook aangevraagd worden in de aangifte.

Het invoegen van deze vrijstelling heeft, mits aan de voorwaarden is voldaan, hetzelfde effect als een beding van conventionele terugkeer.

Rechtsleer: 
 
• A. Masschelein, Schenking bij notariële akte, 
• Johan Verstraete en Alain Van Geel, Bedongen Terugkeer (art. 951 en 952 BW), Vermogensplanning in de praktijk ï 2016/1, 4 en Jurisquare 
 
Een andere techniek:
 

 

Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217