Het feitelijk meesterschap over een dier is de niet ondergeschikte macht van leiding en controle over het dier zonder tussenkomst van de eigenaar. De overdracht van de bewaring behelst meer dan een gewone materiële overhandiging van het dier. De overdracht va het meesterschap van de eigenaar van een dier aan de feitelijke meester van het dier, behelst naast de materiële overdracht van het dier, de overdracht door de eigenaar van een gezag gelijk aan het gezag dat hij heeft over het dier.
Het loutere feit het dier te kennen en te voederen in afwezigheid van de eigenaar, brengt geen enkel gezag met zich mee om te beslissen over zijn gedrag of over de plaats waar het dier moet blijven of worden opgesloten. De persoon die een dier in bewaring heeft gekregen, is daarom nog niet de feitelijke meester van het dier.
De persoon die een kat kent, die de kat regelmatig voedt in afwezigheid van de eigenaar en die de kat in een kooi tracht te krijgen (en hierbij verwond wordt) heeft niet het feitelijk meesterschap over de kat.
Overzicht rechtspraak Kwalitatieve aansprakelijkheid TPR 2011-2, 349