Quantcast
Channel: Burgerlijk recht
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217

Buitencontractuele aansprakelijkheid afbreken onderhandelingen begroting van de schade

$
0
0
Plaats van uitspraak: Gent
Instantie: Hof van beroep
Datum van de uitspraak: 
woe, 03/12/2014
A.R.: 
2009/AR/2668

De precontractuele fase is de periode voorafgaand aan de sluiting van een contract waarbij partijen in elkaars rechtssfeer treden. Hierbij is het niet van belang of uiteindelijk al dan niet een overeenkomst wordt gesloten (zie o.m. K. Swerts, J. Deene, G. Van Malderen, S. Vereecken en K. Marchand, “Toestemming. De overeenkomst: geldigheidsvoorwaarden” in Bestendig Handboek Verbintenissenrecht, II 4-45).

Het wordt algemeen aanvaard dat partijen steeds vrij zijn om de onderhandelingen af te breken tot aan het effectieve sluiten van de overeenkomst. Het stopzetten van de onderhandelingen kan in bepaalde omstandigheden wel een precontractuele fout inhouden. Het is evenwel niet het afbreken van onderhandelingen op zich dat als onrechtmatig zal worden beschouwd, maar de omstandigheden waarin of de wijze waarop dit is gebeurd.

Bij de bepaling van de schade van deze buitencontractueole aansprakelijkheid kan onderscheid worden gemaakt tussen het negatief en het positief contractbelang.

Het positief contractbelang is het equivalent van de gederfde winst op het onderhandelde contract.

Het negatief contractbelang is het equivalent van alle gemaakte kosten van het slachtoffer en de gemiste kans op een alternatief contract met een derde partij.

Vergoeding van het positief contractbelang vereist de zekerheid dat het contract zou zijn afgesloten, als de onderhandelingen niet afgebroken zouden zijn. De loutere vaststelling dat de onderhandelingen in een eindfase waren en er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen dat het contract zou tot stand komen (het zogenaamde totstandkomingsvertrouwen), behelst nog niet de veresite zekerheid is dat de overeenkomst ook zou worden gesloten en is op zich dus onvoldoende om tot vergoeding van het positief contractbelang over te gaan.
 

Publicatie
tijdschrift: 
TBBR
Uitgever: 
Kluwer
Jaargang: 
2018-1
Pagina: 
47
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

( ... )

Gelet op het tussenarrest van deze kamer van het Hof, anders samengesteld, gewezen op 13 februari 2013 waarbij, na

Noot: 

Arbrb. Gent (afd. Gent) 9 oktober 2014, AR 13/1992/A, onuitg.vermeld in Kroniek Ontslagrecht • Overzicht van rechtspraak 2011-2015, Larcier p. 34 (Strada)

“In principe staat het de partijen vrij om in de precontractuele fase de onderhandelingen af te breken. Een partij kan de onderhandelingen echter op een zodanige wijze beëindigen dat haar aansprakelijkheid op grond van artikelen 1382-1383 BW in het gedrang komt.

Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de onderhandelingen zeer plots en onverwacht worden afgebroken of wanneer het bij de wederpartij gewekte vertrouwen op laakbare wijze, opzettelijk of door nalatigheid beschaamd wordt (vergelijk M. Bollen, “Precontractuele aansprake-lijkheid voor het afspringen van onderhandelingen, in het bijzonder m.b.t. een acquisitieovereenkomst”, TBBR 2003, p. 138, nr. 4).

Op basis van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregels wordt elke gedraging van de onderhandelaars, die niet in overeenstemming is met het gedrag van een normaal, zorgvuldig onderhandelaar in dezelfde concrete omstandigheden, bestraft met een schadevergoeding te zijnen laste, op voorwaarde dat voldaan is aan de cumulatieve voorwaarden uit artikelen 1382-1383 BW, nl. dat de fout schade heeft veroorzaakt aan het slachtoffer van de onrechtmatige handeling (vergelijk H. Geens, “De precontractuele aansprakelijkheid” in X, Actueel Aansprakelijkheidsrecht, Brussel, Groep De Boeck NV, 2012, 43).

De rechtbank stelt vast dat in deze zaak de besprekingen zich reeds in een gevorderd stadium bevonden die bij de heer L een reële verwachting op contractsluiting hadden gewekt.(...)Het feit dat het document van 18 mei 2012 de concrete arbeids-voorwaarden die zouden zijn aangeboden niet vermeldt, neemt niet weg dat de arbeidsvoorwaarden in casu wel voldoende bepaalbaar waren. Zo kan uit de verwijzing in deze brief naar het ondertekend contract met T in bijlage, worden afgeleid dat de arbeidsovereenkomst met B die hierop aansluitend zou worden opgemaakt, in gelijkaar-dige arbeidsvoorwaarden zou voorzien.

De heer L was bovendien van 2 juli tot 17 augustus 2012 effectief tewerkgesteld bij B als uitzendkracht. Er kan redelijkerwijze worden verwacht dat de tewer-kstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst afgesloten met B volgens gelijkaardige arbeidsvoorwaarden zou gebeuren als de tewerkstelling via T.”

[...]:“De basisregel voor het herstel van de schade is dat het slachtoffer moet worden geplaatst in de toestand waarin het zich zou hebben bevonden indien de precontractuele fout niet zou zijn begaan (zie A. de Boeck, “Precontractuele aansprakelijkheid” in X, Bijzondere overeenkomsten.

Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, IV. Commentaar Verbintenissenrecht, p. 15).

Herstel in natura is in casu niet mogelijk, nu B niet kan worden gedwongen om toch een arbeidsovereenkomst af te sluiten met de heer L, aangezien een verplichte tewerkstelling in het arbeidsovereen-komstenrecht niet kan worden opgelegd. (cf. W. VAn eeckhoutte, Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2013-2014 – Band 3, Mechelen, Kluwer, 2013, p. 2032).Er kan wel aanspraak gemaakt worden op schadevergoeding bij equivalent, waarbij het uitgangspunt moet zijn dat de heer L wordt

Het niet-honoreren van een contractbelofte 35larcierteruggeplaatst in de positie waarin hij zich zou hebben bevonden indien B haar belofte tot indienstneming zou zijn nagekomen.Indien in casu B haar contractbelofte zou zijn nagekomen, dan zou dit tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur hebben geleid.

Op zich zou dit dus aanleiding geven tot een tewerkstelling van de heer L.

Het is echter niet zeker hoe lang deze tewerkstelling zou hebben geduurd.Zoals de heer L inroept, kan de schade in casu worden geraamd op de opzeggingsvergoeding, overeenstemmend met de minimumopzeg-gingstermijn, dewelke B zou hebben moeten betalen indien zij de tewerkstelling van de heer L had willen beëindigen onmiddellijk na het begin van de tewerkstelling.

Er kan hierbij geen rekening worden gehouden met een mogelijk proefbeding, zoals B tracht voor te houden, aangezien nog geen schrif-telijke arbeidsovereenkomst werd afgesloten en het niet zeker was of een proefbeding zou zijn opgenomen.In geval van ontslag gedurende de eerste maand na indiensttreding, zou de heer L minstens recht hebben op een opzegvergoeding ove-reenstemmend met het loon voor de wettelijke minimumopzegtermijn van 3 maanden.”

Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1217

Trending Articles


Heeft iemand ervaring met Watchdeals.nl


Clash competition2 9ft pooltafel 1 jaar garantie


Thrustmaster ferrari gt


Iwan van der Zwaag


NL13 ABNA 0506 4173 44 TIKKIE


Te koop: Verlengde Stationsweg 40, Zuidlaren


Aan weerszijden steken afkanten voor de armsgaten


Te koop: Beulakerweg 69, Giethoorn


Programmering Icom marifoons VDES/ ATIS/ MMSI - door: omega


Te koop: Pleziervaart 13, Arnhem