Uit de artikelen 458, §1, eerste en tweede lid, en 474 Gerechtelijk Wetboek en uit de voorbereidende werken van de wet van 21 juni 2006 wijzigende de tuchtprocedure van toepassing op de leden van de balie, volgt dat het onderzoek dient te worden geopend binnen de twaalf maanden na kennisname van de feiten door de bevoegde tuchtrechtelijke autoriteit, zijnde de stafhouder of desgevallend de voorzitter van de tuchtraad, en dat het openen van het onderzoek onder meer kan blijken uit het schriftelijke bericht waarbij de advocaat op de hoogte wordt gebracht van het instellen van het onderzoek.
Nr. D.14.0007.N
J. V. M.,
eiser,
tegen
PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, met kantoor te 1000 Brussel, Poelaertplein 1,
verweerder.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen de beslissing van de Nederlandstalige Tucht-raad van Beroep voor Advocaten van 11 februari 2014.
II. CASSATIEMIDDELEN
De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, drie middelen aan.
III. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Eerste middel
NOOT onder dit arrest in het RW – Bart Van den bergh, Bezint eer ge begint? Over de professionele aansprakelijkheid van een advocaat wegens een gestrande actio mandati