In het algemeen – los van de onderhavige zaak (zie verder) – is het hof van oordeel dat de kosten van het optreden van politiediensten ten laste moeten blijven van de overheid – ook als deze kosten prestaties betreffen die, achteraf bekeken, nutteloos waren.
Het uitgangspunt is dat de kosten voor orde- en veiligheidstaken van algemeen belang definitief ten laste van de overheid blijven. Het gaat hier immers om de kerntaken van de overheid.
Er zijn uitzonderingen op de voormelde regel namelijk: in geval van wettelijke bepalingen en uitzonderingen (dus als een wettelijke bepaling voorschrijft hetzij dat een dienst gratis is, hetzij dat een verhaalsrecht van de overheid voorzien wordt), en bij opzettelijke fout: “Wanneer iemand met opzet het overheidsapparaat op kosten jaagt, moet men daar zelf de gevolgen van dragen. De plicht van de overheid om voor de kosten van de ordehandhaving in te staan, is niet onbegrensd. Het lijkt redelijk een grens te plaatsen daar waar met opzet de normale gang van zaken of de maatschappelijke orde wordt verstoord. Wie de politie opzettelijk verkeerd tipt over een gezochte misdadiger, moet zelf instaan voor de nutteloze kosten. Wie met opzet loos alarm slaat ... moet voor de kosten instaan.
Politiezone Mira t/ V.C.
...
Bij vonnis van 25 november 2013, gewezen door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Kortrijk – thans Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk – rechtsprekend in correctionele zaken, werd de verweerster schuldig bevonden aan het plegen van de feiten die voorwerp zijn van de hierna omschreven tenlasteleggingen A en B: