Een ijsplek voor een deur vraagt van de school extra aandacht m.b.t. het ijsvrij maken. Deze plaats wordt immers veelvuldig bewandeld, omdat het een doorgang betreft. Voorts is het normale gevolg van een ijsplek op een speelplaats dat kinderen hierop beginnen te glijden, wat te dezen een extra risico inhield, gelet op de plaatsgesteldheid, namelijk dat deze ijsplek zich bevond voor een glazen deur. De aansprakelijkheid van de school wordt weerhouden op grond v an art. 1382-1383 BW.
C.V.H. en H.G. t/ NV K.V.
Feiten
1. C.V.H. en H.G. voeren aan dat hun zoon, L.V.H. (o28 januari 1999) op 12 januari 2009 rond 8.35 uur op de speelplaats van de Vrije Basisschool (...) te (...) tijdens het glijden over een ijsstrook, die zou zijn ontstaan door het schuurwater dat na de reiniging van de turnzaal op de speelplaats was achtergelaten, tegen de glazen toegangsdeur van de turnzaal zou terechtgekomen zijn, met verwondingen aan zijn hand en pols tot gevolg.
K.V. is de aansprakelijkheidsverzekeraar van de Vrije Basisschool.
En wat met de aansprakelijkheid van de kinderen zelf?
Het is onmogelijk om kinderen zelf aansprakelijk te stellen op basis 1382 BW:
• Cass. 30 mei 1969, Arr.Cass. 1969, 943; Cass. 3 mei 1978, Arr.Cass. 1978, 1037;
• Cass. 13 oktober 1999, Arr.Cass. 1999, 1255, RW 2001-02, 1428, noot TBBR 2002, 313;
• M. Muylle, “En wat als “supernanny” te laat komt. Actualia inzake de aansprakelijkheid van ouders voor minderjarige kinderen” in H. Cousyen H. Vandenberghe(eds.), Themis aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht 2007-2008, Brugge, die Keure, 2008, (87) 92;
• H. Bocken, “Aansprakelijkheid van en voor minderjarigen”, De Verz. 2006, (301) 306-308); Cass. 11 december 2009, JLMB 2010, 588, Pas. 2009, 2977, RGAR 2010, nr. 14.617, RW 2011-12, 1808.