De vordering ingesteld door de schuldeiser op grond van art. 1167 BW tegen de derde-verkrijger, strekkende tot de niet-tegenwerpelijkheid aan de schuldeiser van de overdracht van een onroerend goed, verricht door de schuldenaar aan de derde, betreft geen onsplitsbaar geschil.
Het is bijgevolg niet noodzakelijk om de schuldenaar of diens rechtsopvolgers in het geding te betrekken, opdat de pauliaanse vordering ontvankelijk zou zijn.
diens rechtsopvolgers in het geding te betrekken, opdat de pauliaanse vordering ontvankelijk zou zijn.
AR nr. C.15.0060.N
Belgische Staat, minister van Financiën, e.a.
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 2 juni 2014.
...
III. Beslissing van het Hof
Beoordeling