De eigenaar/feitelijke meester van een labrador begaat een fout in de zin van art. 1382-1383 BW door een labrador onbewaakt achter te laten in nabijheid van kinderen.
De eignaar/feitelijke meester van de hond is evenzeer aansprakelijk op grond van art. 1385 BW, waartoe geen fout dient bewezen.
C. en H. t/ A. e.a.
Aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een hond, eigenaar of tijdelijke bewaarder?
De aansprakelijkheid voor dieren en dus ook voor honden wordt geregeld door artikel 1385 van het BW waarbij de bewaarder van een hond aansprakelijk is voor de schade die de hond veroorzaakt.
De notie “bewaarder” vergt verdere verduidelijking.
Om een persoon als bewaarder van het dier te omschrijven volstaat de louter materiële bewaring van het dier niet. Het begrip bewaring vereist het volledige meesterschap over het dier. De rechtsleer wijst als belangrijk beoordelingscriterium op de beperktheid van de leiding en het toezicht over het dier: een mogelijk beperkt en tijdelijk toezicht over het dier leidt niet tot de juridische bewaring over het dier, zie T. Vansweevelt en B. Weyts, handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, intersentia 2009 nrs. 930-932.
Wanneer een vriend zeer kortstondig een hond in bewaring neemt, is hij daarom geen bewaarder in de juridische zin van het woord zoals voorzien in artikel 1385 BW.
Het louter bij zich houden van een dier volstaat niet om als bewaarder te worden beschouwd. Artikel 1385 BW vereist niet dat de bewaarder op het ogenblik van de schadeverwekkende gebeurtenis het dier effectief onder zijn toezicht had.
Maar de aansprakelijkheid voor een dier op grond van artikel 1385 van het BW sluit niet uit dat een derde mede aansprakelijk kan zijn voor de schade op grond van artikel 1382 van het BW. Dergelijke aansprakelijkheid onderstelt dan wel het bewijs van een fout op grond van artikel 1382 BW of van een onzorgvuldigheid (1383 BW).
Zo kan een zeer tijdelijke bewaarder die geen bewaarder is in de zin van artikel 1385 BW, toch medeaansprakelijk gesteld worden, lees gedeeltelijk aansprakelijk gesteld worden, lees gehouden tot een deel van de schade op grond van zijn onzorgvuldig gedrag.
Zo dient een persoon die tijdelijk een hond bij zich heeft te beseffen dat de hond plots kan wegspringen bij het zien van een fietser en derhalve de leiband strak dient aan te houden.
Voor een toepassingsgeval en tevens bron voor deze bijdrage zie Politierechtbank Gent, 24.10.2011 Tijdschrift voor de Vrederechters 2012-608/240.
Trap een hond niet op de tenen
Trek niet aan de staart van een paard
Blijf voorzchting voor het achterste van een paard en het voorste van een vrouw
Een stier is een stier en handelt als een stier
Spring niet in een slangenkuil
Wie een arm aan een leeuw geeft, verliest niet alleen zijn pink
Pruts geen muis in de slurf van een olifant
Oude krokodillen hebben krokodillenstreken
Al draagt een aap een gouden ring, hiet is en en blijft een gevaarlijk ding