Wanneer een rechter in kort geding een maatregel treft die de toestand van de partijen voorlopig regelt, in afwachting van een beslissing van de bodemrechter, tracht hij te vermijden dat er een onherstelbare toestand zou ontstaan. Vanzelfsprekend kan hij een maatregel die hij oplegt, kracht bijzetten met een dwangsom.
Wanneer nu voor de bodemrechter - lapidair uitgedrukt - de verliezer in kort geding de winnaar in de bodemprocedure wordt, is er geen sprake van een vernietiging van de beschikking in kort geding.
De beschikking in kort geding verdwijnt in zo'n geval niet, maar houdt op uitwerking te hebben (ex nunc). De titel houdende de voorlopige maatregelen is rechtsgeldig gebleven en de uitvoering ervan houdt pas op bij de definitieve uitspraak over de zaak zelf.
(U.C.I., vereniging naar Zwitsers recht / I.K.)
(Advocaten: Mr. Van Steenbrugge loco Mr. J. Maeschalck, Mr. Declercq loco Mr. W. Van Steenbrugge en Mr. W. Van Steenbrugge)
(…)
M. Govaerts, RABG, 2011/05, 326 Het gezag van gewijsde waarmede voorlopige maatregelen bekleed zijn