De verwijzende rechter vraagt het Hof of het voormelde artikel 591, 14° van het Gerechtelijk Wetboek, dat aan de vrederechter de bevoegdheid toewijst om kennis te nemen van de vordering met betrekking tot de aan het leefloon gerelateerde verplichtingen tot levensonderhoud, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre daarenboven bij artikel 572bis, 7° van hetzelfde wetboek de bevoegdheid om kennis te nemen van alle andere vorderingen met betrekking tot onderhoudsverplichtingen aan de familierechtbank wordt voorbehouden.
Het hof antwoordt dat de artikelen 572bis, 7° en 591, 14° van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.schenden
(A.S., Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Luik / D.S. - Rolnr.: 142/2016)
In zake: de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 572bis, 7° en 591, 14° van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, gesteld door de vrederechter van Luik I.
Het Grondwettelijk Hof,
wijst na beraad het volgende arrest:
Steven Brouwers, Bevoegdheidsperikelen inzake het verhaalrecht van het OCMW op onderhoudsplichtigen », R.A.B.G., 2017/4, p. 242-244
Rechtskleer:
• Scheers, “Vordering over onderhoudsgeld niet naar arbeidsrechtbank”, Juristenkrant 2003, afl. 75, 8;
• F. Lambrecht, Het verhaalrecht van het OCMW voor kosten van maatschappelijke dienstverlening en het leefloon op de onderhoudsplichtigen van de begunstigde, masterproef Rechten UGent, 2013-14, 83, nr. 157;
• F. Lambrecht, Het verhaal van OCMW op onderhoudsplichtigen, in Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier, Gent, Larcier, 2016, 128 p.