Wanneer er meerdere zekerheden (meerdere borgen en een hypotheek) voor een schuld werden gesteld en één van deze borgen werd uitgewonnen dan heeft de betalende borg een verhaalsrecht, zowel op de hoofdschuldenaar (art. 2028 BW) als op de medeborgen (art. 2033 BW) (M. VAN QUICKENBORNE, Borgtocht in APR, Antwerpen, Story-Scientia, 1999, 274, nr. 524).
De omvang van het verhaalsrecht van de uitgewonnen borg wordt bepaald naar evenredigheid van ieders gehoudenheid. Om dit aandeel te bepalen wordt rekening gehouden met de persoonlijke borgen enerzijds en mt de hypotheken ofte zakelijke borgen anderzijds (E. DIRIX, A. CUYPERS en L. LANOYE, Borgtocht en garantie, persoonlijke zekerheden, actualia, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1997, 32, nr. 38). De zakelijke borg is de derde die tot zekerheid van andermans schuld een bepaalde (zakelijke) zekerheid (hypotheek, pand) stelt (M. VAN QUICKENBORNE, Borgtocht in APR, Antwerpen, Story-Scientia, 1999, 34, nr. 70? E. DIRIX, A. CUYPERS en L. LANOYE, Borgtocht en garantie, persoonlijke zekerheden, actua/ia, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1997, 32, nr. 38).