De netbeheerder dient in te staan voor de goede en veilige werking van het elektriciteits- en aardgasnet. Hierbij ziet de netbeheerder ondermeer toe op de spanning en de frequentie van de stroom of de gasdruk en beperkt hij de onderbrekingen van elektriciteits- of gastoevoer op zijn net tot een minimum. Daarnaast heeft de netbeheerder tal van andere verplichtingen zoals het verlenen van toegang tot en aansluitingen op zijn net.
Wie als netgebruiker schade heeft geleden als gevolg van een storing of onderbreking van de stroom- of gastoevoer in het net, of als gevolg van een bepaalde handeling -of het gebrek daaraan- van de netbeheerder kan aanspraak maken op vergoeding.
In de eerste plaatst kan de gebruiker een beroep doen op de gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsregels van art. 1382 en volgende BW en boek VI ‘Marktpraktijken en consumentenbescherming’ van het Wetboek Economisch Recht waarin de regeling onrechtmatige bedingen vervat is, alsook de Wet Productaansprakelijkheid). Zo moet een consument geen fout bewijzen, maar volstaat het bewijs van een ‘gebrekkige zaak’ die zijn schade veroorzaakte, om zaakschade boven 500 euro en alle lichamelijke schade vergoed te zien.
Sinds 1 januari 2015 heeft de netbeheerder enkele bijkomende vergoedingsplichten, los van het bewijs van enige schade, waarbij een gebruiker een forfaitair bedrag kan ontvangen als ongemakkenvergoeding.
Het aanvragen en verkrijgen van een vergoeding sluit een beroep op de algemene aansprakelijkheidsregels niet uit. Men kan dus een vergoeding aanvragen en verkrijgen en alsnog een vordering tot schadevergoeding indienen. Het aanvragen of aanvaarden van een forfaitaire vergoeding kan niet als een minnelijke schikking beschouwd worden. Weliswaar is het niet mogelijk dat men een hogere vergoeding dan de integrale schadevergoeding verkrijgt.
Filip Cousy en Ian De Ruyver, De verscherpte aansprakelijkheid van de Vlaamse distributienetbeheerders voor elektriciteit en gas kortgsloten, DCCR 2015 |106, 5
Uittreksel uit het Energiedecreet van 8 mei 2009 Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (aangehaald als het Energiedecreet)
Afdeling IV. - Vertrouwelijkheid en non-discriminatieverplichtingen, opgelegd aan de netbeheerder en diens werkmaatschappij
Art. 4.1.9.De netbeheerder en zijn werkmaatschappij onthouden zich van elke vorm van discriminatie tussen producenten, aardgasinvoerders, evenwichtsverantwoordelijken, bevrachters, leveranciers, tussenpersonen, [1 , aanbieders van energiediensten met inbegrip van aggregatoren,]1 afnemers en categorieën van afnemers.
----------
(1)<DVR 2014-03-14/08, art. 9, 018; Inwerkingtreding : 07-04-2014>
Art. 4.1.10.De netbeheerder en zijn werkmaatschappij [1 eerbiedigen de vertrouwelijkheid van ]1 alle persoonlijke en commerciële gegevens die ze bij de uitoefening van hun taken verwerven [1 ...]1.
De netbeheerder en zijn werkmaatschappij nemen de nodige maatregelen om de toegang tot die gegevens en de verwerking van die gegevens te beperken tot de leden van het orgaan dat belast is met de dagelijkse leiding van de netbeheerder of zijn werkmaatschappij, en de personeelsleden die die gegevens nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.
[1 De netbeheerder en zijn werkmaatschappij voorkomen ook dat informatie over hun eigen activiteiten die commercieel voordeel kan opleveren, op discriminerende wijze wordt vrijgegeven.]1
----------
(1)<DVR 2011-07-08/22, art. 17, 007; Inwerkingtreding : 26-08-2011>
Art. 4.1.11. De personeelsleden en bestuurders van de netbeheerder en zijn werkmaatschappij zijn gebonden door het beroepsgeheim. Zij mogen de vertrouwelijke gegevens die hun ter kennis zijn gekomen op grond van hun functie bij de netbeheerder of zijn werkmaatschappij aan niemand bekendmaken, behalve wanneer zij worden opgeroepen om in rechte te getuigen, zonder afbreuk te doen aan de informatieverplichtingen die uitdrukkelijk door dit decreet of de bijbehorende uitvoeringsbesluiten, met inbegrip van de technische reglementen, zijn bepaald en toegestaan.
Afdeling IV/1. [1 - Vergoedingsplichten van de netbeheerder]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 3, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Onderafdeling I. [1 - Schadevergoeding bij storing]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 4, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 4.1.11/1. [1 De netbeheerder is de netgebruiker die aangesloten is op zijn net in overeenstemming met de wettelijke bepalingen vergoeding verschuldigd van de schade die de netgebruiker leed als gevolg van een storing, behoudens andersluidende contractuele bepalingen.
De vergoeding kan echter niet meer bedragen dan 2.000.000 euro per incident, voor het geheel van de schadegevallen. Als het totale bedrag van de schadevergoedingen dat maximumbedrag overschrijdt, is de schadevergoeding die verschuldigd is aan elke netgebruiker naar evenredigheid beperkt. Dit maximumbedrag geldt niet voor schade aan personen.
De netbeheerder wordt in overeenstemming met de wettelijke bepalingen in de rechten van de netgebruiker gesteld ten opzichte van de veroorzaker van de storing, voor de door hem betaalde vergoeding met toepassing van dit artikel.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 5, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Onderafdeling II. [1 - Gemeenschappelijke bepalingen voor onderafdelingen III tot en met V]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 6, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 4.1.11/2. [1 De bepalingen van onderafdeling III tot en met V gelden behoudens andersluidende contractuele bepalingen.
De bepalingen van onderafdeling III tot en met V sluiten de toepassing van andere wettelijke bepalingen niet uit. De gezamenlijke toepassing van verschillende aansprakelijkheidsgronden kan nooit leiden tot een hogere vergoeding dan de integrale herstelling van de geleden schade. De vergoeding is beperkt tot 2.000.000 euro per incident, voor het geheel van de schadegevallen. Als het totale bedrag van de schadevergoedingen dat maximumbedrag overschrijdt, is de schadevergoeding die verschuldigd is aan elke netgebruiker naar evenredigheid beperkt. Dit maximumbedrag geldt niet voor schade aan personen.
De bedragen, vermeld in artikel 4.1.11/3 tot en met 4.1.11/5, worden vanaf 1 januari 2015 jaarlijks van rechtswege geïndexeerd door vermenigvuldiging met het gezondheidsindexcijfer voor de maand juni van het jaar n-1 en die te delen door het gezondheidsindexcijfer voor de maand juni 2013.
Onder gezondheidsindexcijfers als vermeld in het tweede lid, wordt verstaan : het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 7, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Onderafdeling III. [1 - Forfaitaire vergoeding bij laattijdige aansluiting]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 8, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 4.1.11/3. [1 De distributienetbeheerder is de aanvrager van een aansluiting op zijn net een vergoeding verschuldigd per dag overschrijding van de aansluitingstermijn die voorgeschreven is door de technische reglementen of die in onderling overleg werd afgesproken, behalve als hij kan bewijzen dat hij de laattijdigheid van de aansluiting niet heeft kunnen beletten.
De dagvergoeding bedraagt 25 euro voor een huishoudelijke netgebruiker in geval van een laattijdige eenvoudige aansluiting of een laattijdige tijdelijke aansluiting, 50 euro voor een niet-huishoudelijke netgebruiker in geval van een laattijdige eenvoudige aansluiting of een laattijdige tijdelijke aansluiting, en 100 euro voor een laattijdige aansluiting met detailstudie.
De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de VREG, de voorwaarden en de procedure tot indiening van de aanvraag van de vergoeding.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 9, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Onderafdeling IV. [1 - Forfaitaire vergoeding bij laattijdige heraansluiting]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 10, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 4.1.11/4. [1 De distributienetbeheerder is een aanvrager van een heraansluiting op zijn net een vergoeding verschuldigd per dag vertraging van de realisatie van de heraansluiting van die netgebruiker op zijn net, behalve als hij kan bewijzen dat hij de laattijdigheid van de heraansluiting niet heeft kunnen beletten.
De vergoeding bedraagt 75 euro.
De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de VREG, de voorwaarden en de procedure tot indiening van de aanvraag van de vergoeding.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 11, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Onderafdeling V. [1 - Forfaitaire vergoeding bij langdurige stroomonderbreking]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 12, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 4.1.11/5. [1 § 1. De netbeheerder is de netgebruiker, aangesloten op het distributienet, een vergoeding verschuldigd in geval van een niet-geplande stroomonderbreking met technische oorzaak van minstens vier uur.
De vergoeding bedraagt 35 euro voor de huishoudelijke netgebruiker, vermeerderd met 20 euro voor elke bijkomende periode van vier uur. Deze bedragen worden verdubbeld als de onderbreking plaatsvindt in de periode vermeld in artikel 6.1.2, § 1, derde lid.
Voor de niet-huishoudelijke netgebruiker bedraagt de vergoeding 20% van het bedrag overeenkomstig de distributiekosten voor de maand die voorafgaat aan de maand waarin de onderbreking zich heeft voorgedaan, met een minimum van 35 euro. Dat bedrag wordt vermeerderd met de helft van het bedrag, met een minimum van 20 euro, voor elke bijkomende periode van vier uur.
§ 2. De vergoedingsplicht, vermeld in paragraaf 1, geldt niet in geval van een onderbreking als gevolg van een noodsituatie of overmacht, zoals omschreven in de technische reglementen.
§ 3. De netgebruiker dient de aanvraag voor de vergoeding in bij de distributienetbeheerder, op straffe van onontvankelijkheid binnen dertig kalenderdagen die volgen op de langdurige onderbreking. Binnen zestig kalenderdagen die volgen op de indiening van de aanvraag, wordt de vergoeding door de distributienetbeheerder betaald als de aanvraag gegrond is.
§ 4. De distributienetbeheerder wordt in de rechten van de netgebruiker gesteld ten opzichte van degene die het ontstaan of het aanhouden van de onderbreking veroorzaakte, voor de door hem betaalde vergoeding met toepassing van dit artikel.
De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de VREG, de voorwaarden en de procedure tot indiening van de aanvraag van de vergoeding.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2013-12-20/39, art. 13, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2015>