Bepaalde vereisten worden opgelegd inzake de vorm en de inhoud van een beding tot stilzwijgende verlenging:
• In vetgedrukte letters en in een kader los van de tekst, op de voorzijde van de eerste bladzijde;
• Vermelding van de gevolgen van de stilzwijgende verlenging alsook de uiterste datum waarop de consument zich kan verzetten tegen de stilzwijgende verlenging;
• Aangeven dat de consument, na een eerste stilzwijgende verlenging van een overeenkomst, de overeenkomst kan opzeggen zonder vergoeding, met inachtneming van de opzeggingstermijn die niet langer mag zijn dan twee maanden.
Bijzondere bepalingen voor ondernemingen
Deze bepaling is eveneens van toepassing op de verkoopovereenkomst die zowel goederen als diensten tot voorwerp hebben. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan goederen verkocht en geïnstalleerd door dezelfde onderneming, zoals uitgeruste keukens, tegels, enz.
Overeenkomsten van bepaalde duur voor de levering van goederen, bijvoorbeeld abonnementen op tijdschriften, boekenclubs, vallen niet onder deze regeling. Wel werd in de wet de mogelijkheid voorzien om bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit de regeling uit te breiden naar bepaalde categorieën van goederen.
Deze materie wordt geregeld door het Wetboek van economisch recht.
• Wat de ondernemingen betreft in boek VI WER art. VI.91 WER
Verlenging van overeenkomsten
Art. VI.91.
rechtsleer
• Stopzetten diensten overeenkomst in NJW, 164, pagina 497
• Stilzwijgende verlenging van contracten van bepaalde duur, in rechtskundig weekblad 2007-2008,899
• Het beding van stilzwijgende verlenging en opzegmogelijkheden na die verlenging in het licht van het Koninklijk besluit Vastgoedovereenkomsten en de Europese rechtspraak over oneerlijke bedingen, Simon Geiregat, DCCR 2015 | 106, 109, noot onder Rb. Hasselt 15 januari 2014, DCCR 2015 | 106, 104,
samenvatting Rb. Hasselt 15 januari 2014, DCCR 2015 | 106, 104,
Wanneer een stilzwijgend beding van verlening aan bijna alle vormvoorwaarden voldoet is nog niet voldoende om tot schadevergoeding te leiden.
Een onduidelijke opzegbepaling in een vastgoedovereenkomst mbt stilzwijgende verlening kan in het voordeel van de consument worden uitgelegd waardoor zij conform is aan KB 12/01/2007.
Contracten van onbepaalde duur met consumenten
De onderneming mag in het contract bepalen dat de prijs kan verhoogd worden waarbij dan evenwel de consument hiervan vooraf ter kennis wordt gebracht en de consument een redelijke termijn wordt verleend om de overeenkomst kosteloos te beëindigen vooraleer de nieuwe prijs in werking treedt (art. 74, 2° WMPC).
Ook contracten die gedurende een eerste vaste periode onopzegbaar zijn vallen onder deze bepaling van de contracten van onbepaalde duur en dus onder de werking van art. 74, 2° WMPC
Contracten van bepaalde duur met consumenten
De onderneming mag in het contract niet stellen dat zij de prijs eenzijdig mag verhogen op basis van elementen die uitsluitend van haar wil afhangen (art. 74, 3° WMPC)
Contracten die gedurende een eerste vaste periode onopzegbaar zijn vallen niet onder deze bepaling van de contracten van bepaalde duur maar wel onder de bepaling van artikel 74.2 WMPC.
Zie rb. Koophandel Luik 25 juni 2013 NJW 2014/306 p. 608 met noot Reinhard Steennot