Oneigenlijk gebruik van verenigingen en stichtingen in België en Nederland

I. Inleiding

II. Begrip certificering, toepassingsgebied en aanwendingsmogelijkheden

A. Begrip certificirering

B. Toepassingsgebied

C. Aanwendingsmogelijkheden

D. Certificering en eenhoofdigheid NV/Vomm. VA/BVBA

E. Certificaten uitgegeven met medewerrking van de vennootschap

F. Voorwerp van de certificering

G. Administratievoorwaarden

1. Uitoefening va de rechten verbonden aan de gecertificeerde effecten door het administratiekantoor

2. Doorstorting van opbrengsten en inkomsten aan de certificaathouders

3. Overdracht van de gecertificeerde effecten

4. Overdracht en overgang van de certificaten

5. Omwisseling van de certificaten (royering)

I. Certificering en wettelijke reserve

III De private stichting als certificeringsvehikel

A. De private stichting als ideaal certificeringsvehikel

B. Oprichting van een prrovatte stichting

C. Overdracht van de te certificeren effecten aan de private stichting

D. Bestuur van de private stichting

1. Aantal bestuurders

2. Benoeming en ontslag van de bstuurders

3. Bezoldiging van de bestuurders

4. Bevoegdheden van de bestuurders

5. Interne werking van de raad van bestuur

6. Vertegenwoordiging van de stichting

7. Belangenconflicten in hoofde van de raad van bestuur

E. Statutenwijziging

F. Boekhouding, Jaarrekening en controle van de stichting

G. Einde van de certificering en ontbinding van de stichting

IV Enkele Fiscale aandachtspunten bij het gebruik van de private stichting als administratiekantoor

A. Overdracht van de effecten aan het administratiekantoor

B. Rechtspersonenbelasting versus vennootschapsbelasting

C. Fiscale Transparantie van de Belgische private stichting

D. Taks tot vergoeding van de successierechten

E. Gunstregime inzake schenking en vererving van certificaten