Korte inhoud
I. Delegatie van bevoegdheden door de raad van bestuur in de naamloze vennootschap
1. Het orgaan van dagelijks bestuur
2. Het directiecomité
3. Bijzondere delegaties
II. Taakverdeling in de raad van bestuur
1. Het belang tot oprichting van bijzondere comités binnen de raad van bestuur
2. Juridische grondslag
3. Auditcomité
4. Remuneratiecomité
5. Benoemingscomité
6. Overige adviserende comités
III. De toezichtstaak van de raad van bestuur
1. Inleiding
2. Geen wettelijke definitie van toezicht
3. Verschillende vormen van toezicht
4. Het toezicht inhoudelijk: van interne controle naar ondernemingsrisicomanagement
5. De toezichtstaak van de raad van bestuur in de rechtspraak
IV. Gevolgen van bevoegdheidsdelegatie en taakverdeling voor de aansprakelijkheid van bestuurders
1. Inleiding
2. Aansprakelijkheid van de gedelegeerde in geval van bevoegdheidsdelegatie
3. Aansprakelijkheid van de raad van bestuur in geval van bevoegdheidsdelegatie
4. Aansprakelijkheid in geval van interne taakverdeling
Integrale inhoudstafel
VOORWOORD BIJ DE REEKS VENNOOTSCHAPS- EN FINANCIEEL RECHT. III
TEN GELEIDE . I
DEEL 1.
DELEGATIE VAN BEVOEGDHEDEN DOOR DE RAAD VAN BESTUUR IN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP
INLEIDING .
HOOFDSTUK 1.
HET ORGAAN VAN DAGELIJKS BESTUUR .
Afdeling 1. Terminologie .
§ 1. Dagelijks bestuurder - orgaan van dagelijks bestuur .
§ 2. Gedelegeerd bestuurder .
§ 3. Algemeen directeur - directeur-generaal .
§ 4. CEO .
Afdeling 2. Kwalificatie van de contractuele verhouding met de vennootschap.
§ 1. Algemeen .
§ 2. De dagelijks bestuurder is een orgaan van de vennootschap .
§ 3. Intuitu personae-karakter van het mandaat .
Afdeling 3. Benoeming en ontslag .
§ 1. Bevoegdheid tot benoeming .
§ 2. Duur en beëindiging van het mandaat .
A. Beëindiging van het mandaat door de dagelijks bestuurder .
B. Beëindiging van het mandaat van de dagelijks bestuurder door de vennootschap .
C. Overige beëindigingsgronden .
§ 3. Openbaarmaking - tegenwerpelijkheid .
Afdeling 4. Hoedanigheidsvoorwaarden .
§ 1. Bestuurder of niet, al dan niet aandeelhouder.
§ 2. Zelfstandige of werknemer .
§ 3. De dagelijks bestuurder-rechtspersoon .
§ 4. Geen beroepsverbod .
Afdeling 5. Bezoldiging/vergoeding .
§ 1. Bezoldigd karakter van het mandaat van de dagelijks bestuurder .
§ 2. Specifieke regels in de aandelengenoteerde vennootschappen .
A. Transparantie omtrent de remuneratie .
B. Structuur van de remuneratie .
§ 3. Enkele praktische problemen in het kader van de toekenning van aandelengerelateerde vergoeding van de dagelijks bestuurder die geen arbeidsovereenkomst heeft met de vennootschap .
A. Uitdrukkelijke vermelding van de identiteit bij opheffing van het voorkeurrecht bij de uitgifte van warrants .
B. Kortere duurtijd van warrants .
C. Geen uitgifte van warrants onder het toegestaan kapitaal .
D. Uitzondering op de strenge procedurele omkadering van financial assistance is niet van toepassing .
Afdeling 6. Bevoegdheden .
§ 1. Bevoegdheidsomschrijving .
A. Definitie door het Hof van Cassatie .
B. Uitwerking .
1. Beoordeling in concreto van de dagelijkse noden van de vennootschap .
2. Bevoegdheden vs. opdracht.
C. Voorbeelden uit de rechtspraak .
1. Arbeidsrecht .
2. Fiscale bezwaarschriften .
3. Handelstransacties .
4. Beslissing tot instellen van gerechtelijke procedures .
5. Vertegenwoordiging van de rechtspersoon in rechte .
6. Passieve vertegenwoordiging van de vennootschap .
§ 2. Beslissingsbevoegdheid vs. vertegenwoordigingsmacht .
A. Het Prokura-systeem .
B. Enkele nuances inzake de vertegenwoordigingsproblematiek .
1. Niet elke derde kan de onbevoegdheid van de vertegenwoordiger zomaar inroepen .
2. Bijzondere volmachten .
3. Schijnvertegenwoordiging .
4. Bekrachtiging .
C. De gedelegeerd bestuurder .
D. Doeloverschrijdende handelingen van de dagelijks bestuurder .
§ 3. De praktijk: een interne definitie van dagelijks bestuur? .
§ 4. Toekenning van het dagelijks bestuur aan het directiecomité? .
Afdeling 7. Werking .
§ 1. Concurrentiële bevoegdheidsuitoefening .
§ 2. Meerdere dagelijks bestuurders .
§ 3. Bewijs van de beslissingen van dagelijks bestuur.
§ 4. Belangenconflicten .
A. Belangenconflictprocedure voor de persoonlijke belangen van de dagelijks bestuurder.
B. Groepsinterne belangenconflicten (art. 524 W.Venn.) .
HOOFDSTUK Il. HET DIRECTIECOMITÉ . 60
Afdeling 1. Terminologie. 62
Afdeling 2. Oprichting van het directiecomité.63
§ 1. Statutaire machtiging en beslissing van de raad van bestuur.63
§ 2. Publiciteit.64
§ 3. Afschaffing van het directiecomité . 6 5
Afdeling 3. Kwalificatie van de contractuele verhouding met de vennootschap. 66
§ 1. Algemeen .66
§ 2. Intuitu personae-karakter van het mandaat .66
§ 3. Inhoud van de contractuele verbintenissen van het lid van het directiecomité 66
Afdeling 4. Benoeming en ontslag.67
§ 1. Bevoegd orgaan .67
§ 2. Duur en beëindiging van het mandaat . 68
§ 3. Openbaarmaking - tegenwerpelijkheid. 70
Afdeling 5. Hoedanigheid .70
§ 1. Bestuurder of niet, al dan niet vennoot. 70
§ 2. Zelfstandige of werknemer. 71
A. Kwalificatie van het mandaat onder een arbeidsovereenkomst?.71
B. Statuut in de sociale zekerheid. 73
§ 3. Het lid van het directiecomité-rechtspersoon .
§ 4. Beroepsverbod .
§ 5. Bezoldiging/vergoeding .
A. Bevoegd orgaan .
B. Bezoldigd karakter van het mandaat van lid van het directiecomité .
C. Bezoldiging in aandelengenoteerde vennootschappen .
§ 6. Praktische problemen in het kader van de toekenning van aandelengerelateerde vergoeding aan de leden van het directiecomité.76
Afdeling 6. Beslissingsbevoegdheid . 76
§ 1. Het directiecomité oefent zijn bevoegdheden uit als een orgaan .76
§ 2. Bevoegdheidsomschrijving - een wettelijke negatieve definitie . 77
§ 3. Uitwerking. 78
A. Algemeen beleid.78
B. Toezicht.79
C. Wettelijk voorbehouden bevoegdheden.80
§ 4. Interne bevoegdheidsafbakening.81
§ 5. Doeloverschrijdende handelingen. 81
Afdeling 7. Vertegenwoordigingsmacht. 81
§ 1. Het directiecomité is een vertegenwoordigingsorgaan.81
§ 2. De plaats van het directiecomité in het Prokura-systeem .82
§ 3. Het bijzondere vertegenwoordigingsorgaan van artikel 524bis, 3e lid
§ 4. Enkele nuances inzake de vertegenwoordigingsproblematiek .
Afdeling 8. Werking .
§ 1. Concurrentiële bevoegdheid met de raad van bestuur of niet? .
§ 2. Het directiecomité is een collegiaal orgaan .
§ 3. Aantal leden .
§ 4. Belangenconflicten .
A. Belangenconflictprocedure voor de persoonlijke belangenconflicten van de leden van het directiecomité .
B. Groepsinterne belangenconflicten .
§ 5. Bewijs van de beslissingen van het directiecomité en rapportering .
Afdeling 9. Evaluatie van 13 jaar directiecomité .
§ 1. Elementen die pleiten tegen de invoering van een directiecomité .
§ 2. Elementen die pleiten voor de invoering van een directiecomité .
HOOFDSTUK III. BIJZONDERE DELEGATIES .
Afdeling 1. Bevoegdheid tot verlenen van bijzondere volmachten .
Afdeling 2. Wie kan optreden als lasthebber? .
Afdeling 3. Bevoegdheden van de lasthebber .
§ 1. Enkel bijzondere delegaties .
A. Definitie .
B. Interpretatie .
§ 2. Bevoegdheden die niet kunnen worden gedelegeerd .
§ 3. Tegenwerpelijkheid van de bevoegdheidsafbakening .
Afdeling 4. De praktijk van interne delegatiehandleidingen (over de hele (multinationale) groep heen) .
§ 1. Rechtsgeldigheid .
§ 2. Praktische werking .
A. Meerzijdige rechtshandelingen .
B. Eenzijdige rechtshandelingen .
§ 3. Rol van de organen van de vennootschap .
DEEL Il. COMITÉS IN DE RAAD VAN BESTUUR•
HOOFDSTUK I.
HET BELANG TOT HET OPRICHTEN VAN BIJZONDERE COMITÉS
BINNEN DE RAAD VAN BESTUUR .
HOOFDSTUK Il. JURIDISCHE GRONDSLAG .
HOOFDSTUK III. AUDITCOMITÉ .
Afdeling 1. Inleiding .
Afdeling 2. Toepassingsgebied .
§ 1. Genoteerde vennootschappen conform artikel 4 W.Venn .
§ 2. Kleine en middelgrote vennootschappen zijn vrijgesteld .
§ 3. Financiële instellingen .
Afdeling 3. Samenstelling .
Afdeling 4. Taken en bevoegdheden .
§ 1. Monitoring van het financiële verslaggevingsproces .
§ 2. Monitoring van de doeltreffendheid van het interne controlesysteem en risico beheerssysteem .
A. Inleiding .
B. Definitie interne controle en risicobeheer .
C. Monitoringrol van het auditcomité .
§ 3. Toezicht op interne audit .
§ 4. Monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening .
§ 5. Monitoring van de onafhankelijkheid van de commissaris .
Afdeling 5. De werking .
Af deling 6. De relatie tussen het auditcomité en andere organen van de vennootschap .
HOOFDSTUK IV. REMUNERATIECOMITÉ .
Afdeling 1. Inleiding .
Afdeling 2. Toepassingsgebied .
Afdeling 3. Samenstelling .
Afdeling 4. Taken en bevoegdheden .
§ 1. Voorstellen formuleren betreffende het algemeen en individueel remuneratiebeleid .
§ 2. Voorbereiden van het remuneratieverslag als deel van het jaarverslag .
A. Het remuneratiebeleid .
B. Individuele remuneratie- of verloningspakketten .
C. Vertrekvergoedingen en terugvorderingsrecht .
§ 3. Toelichting geven op de algemene vergadering van aandeelhouders .
§ 4. Overige taken .
Afdeling 5. De werking .
Af deling 6. De relatie tussen het remuneratie comité en andere organen van de vennootschap .
HOOFDSTUK V. BENOEMINGSCOMITÊ .
Afdeling 1. Inleiding .
Afdeling 2. Toepassingsgebied .
Afdeling 3. Samenstelling .
Afdeling 4. Taken en bevoegdheden .
Afdeling 5. De werking .
HOOFDSTUK Vl. OVERIGE ADVISERENDE COMITÉS .
DEEL III. DE TOEZICHTST AAK VAN DE RAAD VAN BESTUUR .
HOOFDSTUK 1. INLEIDING .
HOOFDSTUK II. GEEN WETTELIJKE DEFINITIE VAN TOEZICHT .
HOOFDSTUK III. VERSCHILLENDE VORMEN VAN TOEZICHT .
Afdeling 1. Bepalen en opvolgen van de algemene strategie .
Afdeling 2. Verlenen van advies .
Afdeling 3. Toestemmingsvoorbehoud .
Afdeling 4. Evocatierecht .
Afdeling 5. Aansprakelijkheidsvordering .
Af deling 6. Ontslag .
HOOFDSTUK IV. HET TOEZICHT INHOUDELIJK: VAN INTERNE CONTROLE NAAR ONDERNEMINGSRISICOMANAGEMENT .
Afdeling 1. Inleiding .
Afdeling 2. De begrippen ondernemingsrisico en ondernemingsrisicomanagement .
Afdeling 3. Voorbeeld van een raamwerk voor ondernemingsrisicomanagement: COSO ERM-raamwerk .
Afdeling 4. Ondernemingsrisicomanagement in het Belgisch vennootschapsrecht .
§ 1. Ondernemingsrisicomanagement in het jaarverslag .
§ 2. Het auditcomité .
§ 3. Regels inzake de bewaking van de continuïteit .
A. Verantwoording van de toegepaste waarderingsregels bij aanhoudende verliezen .
B. Maatregelen om de continuïteit gedurende redelijke termijn te vrijwaren .
C. De alarmbelprocedure .
§ 4. Besluit .
HOOFDSTUK V. DE TOEZICHTSTAAK VAN DE RAAD VAN BESTUUR IN DE RECHTSPRAAK .
Afdeling 1. Toezicht als actieve verplichting .
Afdeling 2. Verplichting voor niet-uitvoerende bestuurders om zichzelf te informeren .
Afdeling 3. Verplichting om een informatie- en verslaggevingssysteem te installeren .
Afdeling 4. Besluit .
DEEL IV. GEVOLGEN VAN BEVOEGDHEIDSDELEGA TIE EN TAAKVERDELING VOOR DE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS. 217
HOOFDSTUK 1.
INLEIDING .
HOOFDSTUK II. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GEDELEGEERDE IN GEVAL VAN BEVOEGDHEIDSDELEGATIE . 221
Afdeling 1. Wie stelt de aansprakelijkheidsvordering in?.221
Afdeling 2. Aansprakelijkheidsgronden. 222
§ 1. Orgaan van dagelijks bestuur.222
§ 2. Directiecomité . 222
§ 3. Bijzondere gevolmachtigde. 223
Afdeling 3. Kwijting .224
Afdeling 4. Verjaring.224
HOOFDSTUK III. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE RAAD VAN BESTUUR IN GEVAL VAN BEVOEGDHEIDSDELEGATIE . 226
Afdeling 1. Zorgvuldige bevoegdheidsdelegatie als feitelijk verweer tegen een aansprakelijkheidsvordering .
Afdeling 2. Aansprakelijkheid van de bestuurders voor selectie, bijstand en toezicht .
§ 1. Selectie van een bekwame gedelegeerde .
§ 2. Bijstand aan de gedelegeerde .
§ 3. Toezicht op de gedelegeerde .
HOOFDSTUK IV. AANSPRAKELIJKHEID IN GEVAL VAN INTERNE TAAKVERDELING.
Afdeling 1. Principe: collegiale besluitvorming leidt tot collectieve aansprakelijkheid .
Afdeling 2. Mogelijkheid tot differentiatie op het vlak van aansprakelijkheid? .
§ 1. De aansprakelijkheid van de bestuurders die zich hebben gebaseerd op het advies van anderen .
§ 2. De aansprakelijkheid van de 'gespecialiseerde' bestuurders .
Afdeling 3. Besluit .
BIBLIOGRAFIE .
Bespreking in NJW:
NjW 2016, afl. 339, 265.
Uittreksels